2M1 grammatica H1-4 210319

do. 21 maart
  • huiswerkcontrole: afm. zin 1 t/m 8 oefenblad ontleden
  • verkooppraatje van Lieke en Lisa
  • herhalen stappenplan zinsontleden
  • bespreken zin 1 t/m 8 oefenblad zinsontleden
  • ophalen kennis woordsoorten
  • oefenen woordsoorten
  • huiswerk voor a.s. maandag
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

do. 21 maart
  • huiswerkcontrole: afm. zin 1 t/m 8 oefenblad ontleden
  • verkooppraatje van Lieke en Lisa
  • herhalen stappenplan zinsontleden
  • bespreken zin 1 t/m 8 oefenblad zinsontleden
  • ophalen kennis woordsoorten
  • oefenen woordsoorten
  • huiswerk voor a.s. maandag

Slide 1 - Slide

di. 10 mrt. - 2m1 - 2e uur
  • verkooppraatjes boek 2:
      1. Nadia, 2. Nina, 3. Paul, 4. Robien, 5. Gisèle
  • opfrissen kennis grammatica woordsoorten
  • oefenen woordsoorten

Slide 2 - Slide

zelfstandig werken
Maak een samenvatting in je schrift van grammatica woordsoorten H1 t/m H4 (groene tekst)

Slide 3 - Slide

stappenplan ontleden
  1. Zoek de persoonsvorm (pv)
  2. Verdeel de zin in zinsdelen
  3. Zoek het onderwerp (ow)
  4. Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg)
  5. Zoek het lijdend voorwerp (lv)
  6. Zoek het meewerkend voorwerp (mv)
  7. Zoek de bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 4 - Slide

Welke woordsoorten ken je?

Slide 5 - Mind map

woordsoorten
  • zn = zelfstandig naamwoord
  • --> beschrijft een mens, dier, ding of gevoel, ook eigennamen van personen, steden, gebieden zijn zn.
  • lw = lidwoord
  • --> Er zijn drie lidwoorden: de, het, een. Ze staan altijd voor een zn
  • blw =  
  • --> bepaald lidwoord = de/het
  • olw = 
  • --> onbepaald lidwoord = een

Slide 6 - Slide

woordsoorten
  • ww = werkwoord
  • --> zegt wat iemand/iets doet of overkomt en je kunt het vervoegen
  • --> bijvoorbeeld: werken, lachen, fietsen
  • bn = bijvoeglijk naamwoord
  • --> zegt iets over een zn
  • --> bijvoorbeeld: de harde vloer, het mooie gezicht, het stoute kind.

Slide 7 - Slide

woordsoorten
Maak een schema van de woordsoorten die je dit jaar hebt moeten leren:
  • persoonlijk voornaamwoord
  • bezittelijk voornaamwoord
  • telwoord
  • onbepaald voornaamwoord
Gebruik daarvoor H2, 3 en 4 van grammatica woordsoorten

Slide 8 - Slide

zelfstandig werken
  • maak opdr. 4 op blz. 152
  • maak opdr. 15 op blz. 164

Slide 9 - Slide

huiswerk do. 12/3
Maak een samenvatting van de groene tekst op 
blz. 28, 68, 69 en 108

Slide 10 - Slide