Theaterles 4

• Kunst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Terugblik op de vorige les!

Wat hebben we vorige les geleerd?

Wat heb je goed onthouden?

Theaterles 4

Les 4: improviseren vanuit thema (24/25)

Programma P1

Week 1: introductie

Week 2: fysiek spel 

Week 3: improvisatie beroepen

Week 4: improvisatie vanuit thema

Week 5: inspiratie uit tekst

Week 6: scene improviseren

Week 7: repeteren eindscene (combinatie fysiek spel, improvisatie vanuit 5 w's + spoken word tekst)

Leerdoelen

• Ik leer improviseren rondom actuele thema's.

• Ik begrijp hoe maatschappelijke thema's in kunst verwerkt kunnen worden.

• Ik werk samen met mijn klasgenoten aan een improvisatiescène.

Vandaag

1. Warming Up! / Energizers

2. Inspiratiebron

3. Maakopdracht

4. Presentatie maakopdracht

5. Reflectie en evaluatie

Ritmespel!

Warming-Up: Spiegelen

1. Ga tegenover iemand staan en spreek af wie als eerste leidt.
2. Spiegel de bewegingen zo precies mogelijk. Hou de bewegingen simpel.
   
   

Vergeet niet de tweetallen te laten afwisselen tussen wie leidt en volgt.

Free to Move!

We draaien aan het rad en kiezen één emotie uit. 

   WARMING UP

   Spelopdracht: 

      emotiebus

Inleiding: (5 min.)

Je vraagt aan de klas welke emoties we kennen. Al snel zullen er vingers komen met de antwoorden op uw vraag. Vervolgens laat u enkele leerlingen de verschillende emoties voordoen door ze een zin te laten bedenken waarin de emotie tot uiting komt. Wanneer ze dit doen, zullen ze vaak automatisch ook een gezichtsuitdrukking hebben die bij de emotie hoort. Deze gezichtsuitdrukking en houding van de kinderen is weer belangrijk voor straks.

Kern: (15 min.)

Je gaat de emotiebus met de leerlingen spelen. Zet zes stoelen in de vorm van een bus klaar en één stoel vooraan voor de buschauffeur. Nu heeft u eerst een chauffeur nodig die de bus gaat besturen. De zes stoelen zijn de passagiers die telkens één voor één de bus in stappen. U geeft de leerlingen die mee spelen in de bus allemaal een kaartje met daarop een emotie. Zij laten dit aan niemand anders zien.

Wanneer er een passagier instapt laat hij/zij meteen merken welke emotie hij de bus inneemt. Alle passagiers inclusief de buschauffeur nemen deze emotie over en spelen hierin mee. Wanneer de passagier in de bus zit, stopt de emotie en moet de rest van de klas de emotie die werd uitgebeeld raden. Wanneer dit geraden is komt de tweede passagier en zo gaat het door totdat de bus vol zit. Wanneer de bus een keer helemaal vol is geweest kunt u het spel nog een keer spelen met andere leerlingen en andere emoties.

Slot: (5 min.)

Bespreek de emoties die in de bus naar voren kwamen. Waaraan kon je merken welke emotie het sterkste was?

Wat vonden de leerlingen makkelijk/moeilijk? Tips en tops voor elkaar.

Improviseren

Improvisatie/ Improviseren = een vorm van dramatisch spel waarbij de spelers het spel beginnen, terwijl 1 of meerdere spelgegevens (5W’s) vooraf niet zijn vastgelegd.  

 

Warming up

Rondlopen op muziek

Maak bewegingen die passend zijn bij de muziek die je hoort

Leerlingen lopen door ruimte. Docent zet verschillende soorten muziek op, leerlingen reageren hierop en beelden de muziek uit. 

Make the Emoji's Move

Blijf bewegen / improviseren in de rol van de emoji!

Inspiratiebron

Muziek: Sef

We gaan luisteren naar het nummer Een Land dat niet bestaat van Sef

Plak de thema's op een Post-it!

Welke maatschappelijke thema's komen naar voren?

Schrijf deze op post-its en plak deze op de muur.

Wat is jouw thema?

> Kies een voor jou belangrijk thema

> Loop door de ruimte op muziek

> Als de muziek stopt, zoek je iemand op en bespreek je dit thema

Plak jouw thema op een Post-it!

Spelgegevens

Wie 

Wat 

Waar

Wanneer

Waarom

Improviseren

Improvisatie/ Improviseren = een vorm van dramatisch spel waarbij de spelers het spel beginnen, terwijl 1 of meerdere spelgegevens (5W’s) vooraf niet zijn vastgelegd.  

 

Maakopdracht

 Improviseer in drietallen een scene van 3 minuten vanuit een gekozen thema op post-its (bijv. discriminatie, diversiteit, migratie).

Bedenk van tevoren de 5 w's

Vlak voor de scene krijg je nog een beginzin. Dit is start van jouw scene!

Geef de leerlingen voor de start nog een spelopdracht waar ze beginnen vanuit een beginzin. Hieronder staan wat voorbeelden

Geef me geld!

Ik heb een taart gebakken

Waar heb je pijn?

Waarom huil je?

Hoorde je die knal?

De leraar komt eraan!

Is dat voor mij?

Kijk, ik heb bloed!

Weet jij de weg?

 Ik voel me niet lekker…

Bah, dit is vies!

Ga je mee?

Rook jij?!

Blijf van mijn geld af!

Help! Help! Help!!!

Pas op, een auto!!!

Dat kost 5 euro.

Wil je wat drinken?

Gefeliciteerd!

Dit cadeau is voor jou.

Presenteren

 Presenteren van de scenes aan de klas

- Publieksvraag:Hoe hebben spelers het thema uitgebeeld? Wat heb ik geleerd over het thema?

Reflectie en evaluatie

• Werk je portfolio en reflectie bij
  
• Wat heb je vandaag gemaakt?
  
• Wat neem je mee van vandaag?