V1 NN6 H6 Voorzetsel en bijwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Voorwaarden voor deelname aan een online les:

Opdracht in tweetallen:

> Bedenk samen zoveel mogelijk voorzetsels.

> Fluister met elkaar. 

> Noteer jullie antwoord in Word/ Pages/ Notes

> Je hebt 2 minuten.

Opdracht bespreken:

Controleer jullie antwoorden met behulp van de kast:

op de kast

in de kast

Controleer ook met behulp van de vakantie:

tijdens de vakantie

gedurende de vakantie

Een lijst met meestgebruike voorzetsels in het Nederlands vind je hier.

Kun je dit doen met jullie woorden?

Kun je dit doen met jullie woorden?

Lesdoelen:

- Ik kan het voorzetsel in een zin herkennen. 

- Ik kan het bijwoord in een zin herkennen

Kies:

1. Met de klas: luister mee met de uitleg, maak daarna de opdrachten. 
2. Zelfstandig: lees/ bekijk zelf de uitleg van de methode + maak daarna de opdrachten.

Doe je mee met de uitleg?

1. Ja
2. Nee

Gebruik deze les ook:

> HV1 woordsoorten die je dit jaar moet kennen

> Studiewijzer periode 3

Voorzetsels:

voorzetsels

Voorzetsel

Voorzetsels: voorzetsels kunnen een tijd, plaats of reden aangeven.

Voorzetsels van tijd

Tijdens, voor, na, sinds, over.

Voorzetsels van plaats

Denk aan de kooi:

in, op, naast, onder, achter, tussen, met, boven enz.

Voorzetsels van reden

Vanwege, wegens, door

Bijwoord

Tips bij de opdrachten

> Kijk mee

> Noteer/ onthoud de tips

> Dat is handig als je zo aan de slag gaat!

Aan de slag!

>> Maak H6 bijwoord: S, 

>> Stel je vragen!

Klaar?

Volg de studiewijzer

•Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.

•Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent.

Let op:

       > bij score onder 60%

       > als je dat met mij hebt afgesproken.