Bijwoord en voorzetsel

Cursus 5 grammatica 
Herhaling van de woordsoorten:
- voorzetsel
- bijwoord 

Nodig: boek en schrift
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Cursus 5 grammatica 
Herhaling van de woordsoorten:
- voorzetsel
- bijwoord 

Nodig: boek en schrift

Slide 1 - Slide

Opdracht in tweetallen:
> Bedenk samen zoveel mogelijk voorzetsels.

> overleg met elkaar. 
> Noteer jullie antwoord in je schrift 
> Je hebt 2 minuten.
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Opdracht bespreken:
Controleer jullie antwoorden met behulp van de kast:
op de kast
in de kast

Controleer ook met behulp van de vakantie:
tijdens de vakantie
gedurende de vakantie

Kun je dit doen met jullie woorden?
Kun je dit doen met jullie woorden?

Slide 3 - Slide

Lesdoelen:
- Ik kan het voorzetsel in een zin herkennen. 
- Ik kan het bijwoord in een zin herkennen

Slide 4 - Slide

Voorzetsels:

Slide 5 - Slide

voorzetsels

Slide 6 - Slide

Voorzetsel
Voorzetsels: voorzetsels kunnen een tijd, plaats of reden aangeven.


Voorzetsels van tijd
Tijdens, voor, na, sinds, over.
Voorzetsels van plaats
Denk aan de kooi:
in, op, naast, onder, achter, tussen, met, boven enz.
Voorzetsels van reden
Vanwege, wegens, door

Slide 7 - Slide

Bijwoord

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Zijn er vragen?

Slide 15 - Slide

Aan de slag
  1. Verbeter opdracht 1 t/m 3 van paragraaf 12 (bijwoord)
  2. Maak opdracht 4
  3. Maak online opdracht 6A, 7A en 8A (paragraaf 12 bijwoord)
  4. Maak online opdracht 6A, 7A en 8A (paragraaf 10 voorzetsel)

Slide 16 - Slide

Check leerdoel(en)
- Je kunt een voorzetsel en bijwoord 
herkennen in de zin.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Waarom heb je vandaag niemand voor je feestje uitgenodigd?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide



Bonus: wel, even

Slide 27 - Slide