Par 3.1 tm 3.3 herhalen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Teken het atoommodel van
calcium-44

p = 20

n = 44-20 = 24

e- = 2,8,8,2

Wat voor stof is NaCl?

1. Moleculaire stof
2. Metaal
3. Zout
4. Allemaal

Wat voor stof is C4H10?

1. Moleculaire stof
2. Metaal
3. Zout
4. Allemaal

Wat voor stof is Fe2O3?

1. Moleculaire stof
2. Metaal
3. Zout
4. Allemaal

Moleculaire stoffen kunnen:

1. In vaste en vloeibare fase NIET geleiden
2. In vaste fase en in vloeibare fase WEL geleiden
3. In vaste fase WEL geleiden in vloeibare fase NIET
4. In vaste fase NIET geleiden, in vloeibare fase WEL

Wat is de covalentie van silicium?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is de covalentie van stikstof?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

wat is de structuurformule van HCOOH?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is de structuurformule van CO₂?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is de covalentie van zuurstof?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Teken de structuurformule van

P​2​​O​5​​

Teken de structuurformule

C​2​​H​6​​O​2​​

Proefwerk bespreken

Aan de slag:

Maak de test jezelf in de digitale methode van paragraaf 3.1.