4.3 - Is het druk op de arbeidsmarkt?

Welkom klas 4TL
Vandaag hoofdstuk 4
                      
Paragraaf 3- is het druk op de arbeidsmarkt?

Zelfstandige groep, achter in de klas, 
filmpje kijken (slide 4), opdrachten maken 4.3, antwoorden in Learnbeat. 
Je mag natuurlijk met de klas meedoen!!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom klas 4TL
Vandaag hoofdstuk 4
                      
Paragraaf 3- is het druk op de arbeidsmarkt?

Zelfstandige groep, achter in de klas, 
filmpje kijken (slide 4), opdrachten maken 4.3, antwoorden in Learnbeat. 
Je mag natuurlijk met de klas meedoen!!

Slide 1 - Slide

Vandaag hoofdstuk 4
                      Paragraaf 3- is het druk op de arbeidsmarkt?

Terugblik op paragraaf 4.2
Klassikaal behandelen 4.3 LessonUp
Zelfstandig aan het werk met opgaven uit 4.3
Korte check doelen behaald?

Slide 2 - Slide

4.2 Welke wetten werken?
Arbowet
Arbeidstijdenwet
algemene wet gelijke behandeling
WIA
WW

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 4.3 naslagwerk

Slide 4 - Slide

Leerdoelen. Na deze les kan ik uitleggen:
  • Hoe zit de arbeidsmarkt in elkaar
  • Wanneer is er werkgelegenheid
  • In welke sectoren kun je werken
  • Wat is een beroepsbevolking

Slide 5 - Slide

Waar denk je aan bij het woord 'arbeidsmarkt'?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Arbeidsmarkt
Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan.  Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid. 

Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid. 

Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.  
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.

Slide 8 - Slide

Arbeidsmarkt = dus het totaal van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.

Als er meer aanbod is (werknemers) dan vraag (werkgevers) naar arbeid
dan ontstaat er ??
A
Banen waar geen personeel voor gevonden kan worden.
B
Teveel werknemers en dus werkloosheid.
C
Ontevreden werknemers.
D
Tevreden werknemers.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Welk werk gaat verdwijnen in de toekomst?
Hou je hier rekening mee met je studiekeuze?

Slide 11 - Open question

Wat is krapte?
En hoe komt dat?

Slide 12 - Slide

Krappe of ruime arbeidsmarkt?
  • Krappe = veel vraag naar personeel en weinig aanbod   Gevolg = Weinig werkloosheid + goede arbeidsvoorwaarden 

  • Ruime =  weinig vraag naar personeel en veel aanbod   Gevolg = Veel werkloosheid en slechte arbeidsvoorwaarden. 

Slide 13 - Slide

Productiesectoren
Primaire
Landbouw, mijnbouw en visserij.
Secundaire
Industrie & bouw
Tertiaire
Commerciële dienstverlening (bijv. kapper, marktkoopman, winkels en horeca) 

Winst als doelstelling
Quartaire
Niet-commerciële instellingen (bijv. leraar, politieman, arts en brandweer)

Hoeft geen winst te maken

Slide 14 - Slide

In welke sector horen de landbouwer, visser en tuinbouwer thuis?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 15 - Quiz

In welke sector horen de soldaat, politieagent, burgemeester, vuilnisman thuis?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 16 - Quiz

Wat hoort niet thuis in de quartaire sector?
A
ziekenhuis
B
brandweer
C
school
D
bank

Slide 17 - Quiz

Welke productiesector is in een derdewereldland veel groter dan in een Westers land?
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire
D
Quartaire

Slide 18 - Quiz

Werklozen
Beroepsbevolking

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en 67 (pensioenleeftijd) die werken of werkloos zijn


Mensen met werk

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

H4.3 Opgave. 21 p 117

Slide 21 - Slide

Aan het werk met de opgaven
van paragraaf 3
Vragen, vraag eerst je buurman/vrouw
Lukt het niet, steek je hand even op (online ook), 
ben ik bezig werk dan vast door met de volgende opdracht.

Slide 22 - Slide

Noteer iets wat je hebt opgestoken van deze les!

Slide 23 - Open question

Wat moet je kennen en kunnen?
  • Wanneer is er werkgelegenheid?
  • In welke sectoren kun je werken?
  • Hoe zit de arbeidsmarkt in elkaar?
  • Wat is een beroepsbevolking

Slide 24 - Slide