wk 51 lezen blok 4 en herhalen voorgaande stof

Lezen 
timer
5:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen 
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Terugblik
  • Geoefend met de alineafuncties.
  • schrijfschema (inleiding en kern) bij tekststructuur geschreven.

Slide 2 - Slide

5 tekststructuren
voordelen-en-nadelenstructuur
verschijnsel-en-verklaringstructuur
verschijnsel-en-besprekingstructuur
probleem-en-oplossingstructuur
bewering-en-argumentstructuur

Slide 3 - Slide

Overigens, ik wil niet beweren dat alle genetische gemanipuleerde voeding per definitie ongezond of zelfs onnatuurlijk zou zijn. Wat is de alineafunctie?
A
argument
B
weerlegging
C
nuance
D
bewijs

Slide 4 - Quiz

Dit jaar is er wat veranderd op school (het onderwijsbeleid). Niet alles loopt lekker en jij denkt te weten hoe dit beter kan. Welke structuur kies je?

Slide 5 - Open question

Je zit in de leerlingenraad en bent gevraagd jouw positieve en negatieve ervaringen rondom de flexuren te noteren. Welke tekststructuur kies je?

Slide 6 - Open question

De algemene regel zou zijn dat deze situaties nooit toegestaan zijn. Wat is de alineafunctie?
A
vraagstelling
B
verklaring
C
argument
D
stelling

Slide 7 - Quiz

Vragen over deze stof?
Lees / bestudeer de theorie tot nu toe: 

hoofdgedachte / kernzin / onderwerp / deelonderwerp / tekstsoorten / tekstvormen /tekstdoelen / alineaverbanden / functies van alinea's / tekststructuren / verbindingsmanieren

2-toets  lezen blok 1 t/m 4 16 januari 3e uur.

Slide 8 - Slide

Soorten argumenten
1. Feitelijke argument
2. Ervaringsargument
3. Gezagsargument
4. Nut of (on) gewenst gedrag
5. Veronderstelling/vermoeden
6. vergelijkingsargument
7. emotioneel argument

Slide 9 - Slide

Feitelijk argument
Zoaps zijn erg populair. Op de Nederlandse zenders worden per dag gemiddeld zes soaps uitgezonden.


Slide 10 - Slide

Ervaringsargument
Je kunt beter elke dag een bladzijde woordjes leren dan in één keer alles. Dan onthoud je er veel meer van.

Slide 11 - Slide

Gezagsargument
De nieuwe roman van Thomas Roosenboom vertreft al zijn eerdere werk, zoals de criticus van NRC terecht opmerkt.


Je haalt dus een autoriteit aan die bevoegd is hier iets over te zeggen.

Slide 12 - Slide

Veronderstelling / vermoeden
De gevolgen van het broeikaseffect zijn steeds duidelijker te merken. Volgend jaar zal de temperatuur op aarde weer hoger zijn dan die van vorig jaar. 

Het is een goede zaak als leerlingen op verschillende niveaus examen kunnen doen. Ik denk dat scholen zo beter kunnen inspelenop individuele behoeften van leerlingen.

Slide 13 - Slide

Nut of (on) gewenst gevolg
Zo veel mogelijk landen moeten hun munt inwisselen voor de euro. Dat is gunstig voor het betalingsverkeer en zal de concurrentiepositie van Europa ten goede komen.

Slide 14 - Slide

Vergelijking
Mariëlle houdt waarschijnlijk niet van 'All you need is love'. Ze heeft immers ook de pest aan die datingshows op tv. 

Slide 15 - Slide

Emotioneel argument
Ik vind die nieuwe roman erg goed. Ik kan me echt inleven in de hoofdpersoon en het boek is nog spannend ook.

Slide 16 - Slide

Het debat:
Iedere keer komen 6 leerlingen (3 voor en 3 tegen het beleid) voor de klas. Zij krijgen op papier een argument toegewezen dat zij moeten inzetten in het debat. Het publiek probeert te achterhalen wie welk argument heeft gekregen/gebruikt.

Bij het debat mag je jouw schrift met aantekeningen over de argumenten erbij houden.

Slide 17 - Slide

Netflixen onder de les
Lees de tekst in drive in de map 'lezen'

Opdracht: Noteer duidelijke argumenten voor en tegen dit schoolbeleid. Zorg dat je beide kanten kunt vertegenwoordigen.

Slide 18 - Slide