Visievorming bijeenkomst 2

PF4PHA Visievorming
Bijeenkomst 2
Mariël Hidding
Hidding.m@hsleiden.nl
1 / 11
next
Slide 1: Slide
PedagogiekHBOStudiejaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

PF4PHA Visievorming
Bijeenkomst 2
Mariël Hidding
Hidding.m@hsleiden.nl

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
Terugblik
Passend onderwijs

Wet Passend Onderwijs; wat ?​
Passend onderwijs; koppeling typologie
Vragen en wat heb je nodig om te starten?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zoek iemand die...

Slide 3 - Slide

Je maakt verschillende blaadjes met daarop vragen over de lesstof. Achter elke vraag staat een invulveld. Het doel is namelijk niet het antwoord te noteren, maar een persoon te vinden die
antwoord kan geven op de vraag. Studenten lopen door elkaar en stellen elkaar de vragen van het blaadje. De naam van degene die het antwoord weet, wordt op het invulveld genoteerd. De vragen kunnen zowel inhoudelijk
zijn, over vorm of taal gaan, of over manieren van aanpak. Aan het eind selecteer je een aantal van de vragen; het antwoord wordt gegeven door de
student die op het invulveld vermeld staat.
► Studenten moeten luisteren en beoordelen of de antwoorden kloppen. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Doel?
Samenwerkingsverband?
Schoolondersteuningsprofiel (SOP)?
Basisondersteuning?
Zorgstructuur?
Zorgplicht?
Ontwikkelingsperspectief (OPP)?
Toelaatbaarheidsverklaring (TLV)?
Verschil speciaal onderwijs (SO) en speciaal basisonderwijs (SBO)?

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Doel: alle lln een plek op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden, ook bij wanneer extra ondersteuning nodig is.​
Scholen werken samen in een samenwerkingsverband – in het ondersteuningsplan staan afspraken over het niveau van de basisondersteuning, de manier waarop een samenhangend geheel van voorzieningen voor extra ondersteuning binnen en tussen de scholen wordt georganiseerd en de verdeling van de middelen.​

Zorgplicht: een school moet elke leerling die bij de school is aangemeld een zo passend mogelijke vorm van onderwijs aanbieden (zorgplicht). Kan de school dat niet zelf, dan moet zij de ouders een voorstel doen voor een ander, wél passend aanbod binnen hun samenwerkingsverband.​

Ouders melden hun kind aan bij de school die hun voorkeur heeft. Binnen zes tot tien weken moet de school een zo passend mogelijk aanbod op de eigen, een andere reguliere of een speciale school binnen de regio regelen.​

De school regelt de extra ondersteuning in de klas of een plek op een andere school of de plaatsing in het speciaal onderwijs. ​

Het accent is verschoven van het medisch labelen van kinderen naar wat zij daadwerkelijk nodig hebben om onderwijs te kunnen volgen. In de wet wordt dan ook gesproken van onderwijsondersteuning van leerlingen.​

Scholen stellen een schoolondersteuningsprofiel op. Hierin geven zij aan welke onderwijsondersteuning ze aan leerlingen kunnen bieden.​

De samenwerkingsverbanden passend onderwijs worden verantwoordelijk voor de lichte en zware ondersteuning.​​
Wissel uit:
  • Welke leerlingen beschouw jij als zorgleerlingen?​
  • Wat zijn belangrijke pijlers in het zorgprofiel dat jij voor ogen hebt?​
  • Wat is de taak en rol van een intern begeleider?​
  • Welk beroep doet jouw school op de externe zorgstructuur; met name het so en sbo?​



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Typologie van scholen pagina 42.
Pak er eens bij en stel jezelf de volgende vragen: 

Voel je het meest voor Type B, C, E of D- scholen?
​Wat zijn hiervoor argumenten of beweegredenen?​
​Is die voorkeur hetzelfde voor alle leerlingen of zijn er verschillen?​

Neem dit mee in jouw visie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Check out
Graag in  Padlet:

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

Volgende keer 30 minuten per gesprek!

ONE-MINUTE-PAPER
In een one-minute-paper wordt de lesopbrengst
verduidelijkt. Jij deelt per student twee post-its uit.
Op elke post-it staat een vraag:
1. Wat was het belangrijkste van de les, tekst, instructie of vaardigheid?
2. Wat is het minst duidelijk aan de les, tekst, instructie of vaardigheid?
Door deze vraag wordt de student aangezet om na te denken over en te reflecteren op de stof. Jij krijgt inzicht in de opbrengsten en de punten
waaraan je nog aandacht kunt besteden.
► Studenten reflecteren op de les en moeten hun antwoorden kort en bondig opschrijven, wat vraagt om het kunnen scheiden van hoofd- en bijzaak. Als je
specifiek aandacht hebt gegeven aan een bepaalde taalvaardigheid, kan het paper goed daarover gaan.