Laagland cursus 12 les 8/9 voorbereiding tentamen

Laagland cursus 12
twintigste eeuw van 1900 tot 1940, les 8/9 voorbereiding tentamen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Laagland cursus 12
twintigste eeuw van 1900 tot 1940, les 8/9 voorbereiding tentamen

Slide 1 - Slide

Programma
  • toelichting leerstofoverzicht (5 min.)
  • extra opdrachten cursus 10 t/m 12 (25 min.) > opdracht staat op de elo
  • bespreken antwoorden extra opdrachten (15 min.)
  • uitloop/les 9: kahoots 

Slide 2 - Slide

Tentamen 5V Laagland cursus 10 t/m 12 Leerstof (zie ook elo)
Hoofdstuk 10
§1 Historische context > globaal weten wat er gebeurde
§2 Culturele context > 2.2 Verlichting goed leren, 2.3 en 2.4 globaal (weten wat het inhoudt)
§3 Literaire ontwikkelingen > alle aantekeningen goed leren!

Hoofdstuk 11
§1 Historische context > weten welke veranderingen plaatsvonden
§2 Culturele context > globaal maar 2.3 Romantiek goed
§3 Literaire ontwikkelingen > goed leren, vooral 3.5 Multatuli, 3.6 Tachtigers en 3.10 Naturalisme

Hoofdstuk 12
§1 Historische context > gele begrippen kunnen plaatsen
§2 Culturele context > globaal weten wat er gebeurde/veranderde
§3 Literaire ontwikkelingen > goed leren, met name 3.2 Doorwerking romantiek en 3.5 vernieuwing roman en 3.6 Forum



Slide 3 - Slide

Tentamen 5V Laagland cursus 10 t/m 12 Leerstof (zie ook elo)
Je krijgt de volgende tekstfragmenten:
• Kinderliteratuur
• Briefroman (kijk nog eens goed naar de extra opdracht over Sara Burgerhart)
• Tachtigers
• Naturalisme
• Neoromantiek
• Multatuli

Piet Paaltjens, Snikken en grimlachjes (sla vooral de Levensschets niet over)


Slide 4 - Slide

extra opdrachten
Open de opdracht op de elo en ga aan de slag.


timer
25:00

Slide 5 - Slide

antwoorden extra opdrachten - opdracht 1
  1. In de Verlichting waren opvoeding en onderwijs belangrijke onderwerpen. Vanuit die belangstelling werden er speciaal voor kinderen teksten geschreven die voor deze leeftijdsgroep aantrekkelijk en leuk waren om (voor) te een en die belerend en moraliserend waren. (Hoe moet je deze vraag beantwoorden? Leg eerst uit wat kenmerkend is voor de Verlichting en geef dan aan hoe je dit in dit gedicht terugziet.)
  2. De 'medeburgers' zijn (jonge) kinderen.
  3. De ondertitel of genreaanduiding Eene vertelling is correct. Een vertelling is een aanduiding voor een verhalende tekst met een aantal gebeurtenissen. Dat is in overeenstemming met de tekst Het gebroken glas. (Eerst antwoord geven of het correct is en dan een argument noemen.)

Slide 6 - Slide

antwoorden extra opdrachten - opdracht 1
4.  De moraal staat in de laatste twee regels: vs. 15-16: degene die de waarheid spreekt wordt beloond, degene die liegt niet.
5.  De versregel wordt steeds halverwege afgebroken. Zo illustreren de versregels het probleem van Cornelis/Keesje die immers een vensterruit gebroken heeft.
6.  Flipje leert dat hij uit zichzelf, zonder dwang, (dus ook zonder angst voor slaag) ijverig moet gaan leren.
7.  Kind verwoordt moraal: De drijftol. Eenvoudig taalgebruik: Het gebroken glas en De drijftol. Herkenbare onderwerpen: Het gebroken glas en De drijftol.
8.  De gedichtjes van Van Alphen zijn duidelijk moraliserend en belerend. Dat is de moderne kinder- en jeugdliteratuur veel minder.

Slide 7 - Slide

extra opdrachten - opdracht 2
1. Het gedicht is de expressie van een gevoelig individu.
2. Dit gedicht van Kloos is een autonome tekst omdat het geen moraal of les bevat; het gedicht wil slechts de zo kunstzinnig mogelijke verwoording van een stemming of emotie zijn: l'art pout l'art.
3. In dit sonnet van Kloos staat vooral het lijdend (passieve) subject centraal. De ik-figuur, in het besef van een zwak en moe hart (vs. 12, 13) ondergaat de avondstemming en merkt dat het hart nog wil leven.
4. De (levensmoede) ik-figuur ondergaat de avondstemming waarin de natuur tot rust komt (vs. 7) en ontdekt dat het hart nog levenswil bezit.
5. Wat zie je precies in het filmpje? Past deze verfilming bij de thematiek? Geef minimaal één argument om aan te geven of je de verfilming wel/niet geslaagd vindt.

Slide 8 - Slide

extra opdrachten - opdracht 2
6. Vaak is de titel de aanwijzing voor de thematiek. Is de titel Avond een goede aanduiding? Geef minimaal één argument. Betrek daarbij ook je antwoord op vraag 4. Waarschijnlijk kom je tot de conclusie dat de titel de thematiek niet helemaal dekt.
7. De relatie tussen de mens en de natuur in Koos' sonnet is er een van contrast. Het gedicht bestaat uit een zeer uitgebreide natuurbeschrijving: vs. 1-11. De natuurbeschrijving is een beschrijving van een verstillingsproces: de bloesems wiegen amper nog, de laatste vogels vliegen weg, kleuren verdwijnen uit de lucht, alles komt tot rust, geluiden verdwijnen, net als de wind en de wolken en uiteindelijk wordt alles stil (vs. 11). Dit contrasteert me het hart van de ik-figuur dat ondanks zwakheid en vermoeidheid steeds luider gaat koppen en niet wil rusten (vs. 12-14).

Slide 9 - Slide

extra opdrachten - opdracht 3
1. De grootvader stelt zich de vraag op wie zijn kleinzoon lijkt: lijkt hij op de vader of de moeder, vergelijk r. 49-50 en 101-102. De grootvader ontdekt dat zijn kleinzoon wat uiterlijk betreft op zijn moeder lijkt, maar qua karakter en innerlijk op zijn vader, de zoon van de grootvader. Als de kleinzoon in 'raadselachtige woede' (r. 192-193) de beer vernielt, herkent de grootvader de 'wreedheid en zelfzucht' en de 'ondeugden' (r. 211-212) van zijn eigen zoon, de vader van het kind.
2. De thematiek hangt samen met de vraag die de grootvader stelt: op wie lijkt het kind? De thematiek is afstamming of erfelijkheid. Als lezer volg je de gedachten en overpeinzingen van de grootvader bij het zoeken van et antwoord op de vraag of de kleinzoon op de vader of de moeder lijkt. Deze vraag is de vraag naar erfelijkheid en erfelijkheid is binnen het naturalisme een van de determinerende factoren.

Slide 10 - Slide

extra opdrachten - opdracht 3
3. ...dat visioen, dat hem de vreselijke toekomst, die zich herhalen ging, zien deed... (r. 215-216)
4. De ontnuchtering of desillusie voor de grootvader is dat hij in de kleinzoon alle ellende van zijn zoon zich ziet herhalen. De grootvader hoopt (egoïstisch) dat hij te oud is om dat weer mee te maken (vergelijk r. 230-233). Normaal gesproken zou een grootvader zijn kleinkind willen zien opgroeien, voor deze grootvader geldt dat niet, want dat zou betekenen dat hij weer veel ellende en verdriet (zoals vroeger met zijn zoon) meemaakt, want de geschiedenis herhaalt zich. (zie vraag 3)

Slide 11 - Slide

uitloop / les 9
  • bespreken antwoorden extra opdrachten
  • kahoots cursus 10, 11 en 12


Veel succes met het tentamen!

Slide 12 - Slide