5V le superlatif

Le comparatif  + écrire un mail informel
Cours 14-12
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Le comparatif  + écrire un mail informel
Cours 14-12

Slide 1 - Slide

Les objectifs
-het bijvoeglijk naamwoord aanpassen in de zin
- Een vergelijking maken in het Frans
- de vergelijkingen "aussi que" "moins que" en "plus que"  in de zin gebruiken
- de uitzondering van "bon" [=goed / lekker] in het Frans vormen

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Weet je dat nog? Wanneer krijg het zelfstandige naamwoord een extra "e", "es" of "s"?
Let op!! uitzondering
Goed: bon/ Beter: meilleur (zonder "plus") 
Marijn est meilleur que Laurence en Français

Slide 3 - Slide

Le comparatif (vergrotende trap)
Comparatif > vergelijken.

Plus+/moins- .... BN que
Evenveel+-: aussi .... BN que

 


Slide 4 - Slide

vergrotende trap: uitzondering
  • De vegrotende trap van goed, lekker is onregelmatig:
  • bon (=goed, lekker), meilleur =(beter, lekkerder)

  • Le  dessert est meilleur.                    Het toetje is lekkerder
  •  Léa est meilleure en anglais.         Léa is beter in Engels.

Slide 5 - Slide

Welke woord hoort niet bij de trap van vergelijking in het Frans
A
Plus
B
Moins
C
Que
D
Le plus

Slide 6 - Quiz

Hoe vertaal je het woordje 'dan' naar het Frans in de zin:
Piet is groter dan Jan.

Slide 7 - Open question

Welk Franse woord gebruik je om aan te geven dat iets "meer" is?
A
Plus
B
Moins
C
Aussi
D
Que

Slide 8 - Quiz

Welk Franse woord gebruik je om aan te geven dat iets "minder" is?
A
Plus
B
Moins
C
Aussi
D
Que

Slide 9 - Quiz

Welk Franse woord gebruik je om aan te geven dat iets "even.." is?
A
Plus
B
Moins
C
Aussi
D
Que

Slide 10 - Quiz

Vul de zin aan --> 'minder duur (cher) dan':
La byciclette est .............................. la voiture.

Slide 11 - Open question

Welk van onderstaande bijvoeglijke naamwoorden is onregelmatig in de trappen van vergelijking?
A
Vieux
B
Bon
C
Gentil
D
Nouveau

Slide 12 - Quiz

Hoe zeg je:
Henk is beter in Frans
Henk est ___________ en français
A
Plus bon
B
Pire
C
Plus bien
D
Meilleur

Slide 13 - Quiz

Wat moet je invullen op de puntjes?
Le film est ... bon ... le livre.
=
De film is even goed als het boek
A
Plus ... que
B
Moins ... que
C
Aussi ... que
D
Égal ... que

Slide 14 - Quiz

Le superlatif (overtreffende trap) 
van bijvoeglijke naamwoorden

Slide 15 - Slide

Les objectifs
- Studiewijzer is helder ; ik weet wat me te wachten staat.
-het bijvoeglijk naamwoord aanpassen in de zin
- Een vergrotende trap maken in het Frans
- de overtreffende trap maken in het Frans

Slide 16 - Slide

uitleg:
"groter" is de vergrotende trap
 van "groot".
De overtreffende trap zou zijn:
"De mijne is het grootst."

groot = stellende trap
groter = vergrotende trap
het grootst = overtreffende trap

Slide 17 - Slide

Overtreffende trap
Om aan te geven dat iets of iemand bijvoorbeeld het grootst of het kleinst is, gebruik je in het Frans le plus, la plus, les plus
Le plus petit garçon - Het kleinste jongetje
La plus grande fille - Het grootste meisje
Les plus jolis films - De mooiste films
Les plus heureuses filles - De gelukkigste meisjes

Slide 18 - Slide

overtreffende trap
  • Zet le / la / les plus voor het bijvoeglijk naamwoord.
  • Astérix est  le plus petit.      Astérix is het kleinst.

  • Pas het bijvoeglijk naamwoord wel aan wanneer dit moet!
  • Les filles sont les plus intelligentes
     (filles is vrouwelijk meervoud  dus krijgt intelligent+es)

Slide 19 - Slide

overtreffende trap
  • De overtreffende trap van goed, lekker is onregelmatig:
  • bon (=goed, lekker)  maar dat verandert dan in:
                   -> le / la / les meilleur(e)(s) =( het best, het lekkerst)

  • Mon grand-père est le meilleur.        Mijn opa is de beste.
  •  La glace est la meilleure.                     Het ijsje is het lekkerst.     (ijsje is vrouwelijk dus krijgt meilleur +e)

Slide 20 - Slide

Net zoals "goed" een uitzondering is: niet "goeder" maar "beter"  

Slide 21 - Slide

Hoe maak je in het Frans de overtreffende trap?
A
Plus + bijvoeglijk naamwoord
B
Super + bijvoeglijk naamwoord
C
Le/La/Les plus + bijvoeglijk naamwoord
D
Moins + bijvoeglijk naamwoord

Slide 22 - Quiz

Zet het bijvoelijk naamwoord in de overtreffende trap - de grootste
La tour Eiffel est ................. tour( v) (grand)

Slide 23 - Open question

Ce restaurant est ______________ de la France. (het beste)
A
le plus bon
B
le plus super
C
plus meilleur
D
le meilleur

Slide 24 - Quiz

Wat moet je invullen op de puntjes?
La fille est ... grande ... toi.
=
Het meisje is minder groot dan jij.

Slide 25 - Open question

Wat moet je invullen op de puntjes?
Cet homme est ...................... connu
=
Die man is het minst bekend
A
Le plus
B
Aussi
C
Le moins
D
La moins

Slide 26 - Quiz

Mes notes sont ... ... !
A
les plus bonnes
B
meilleures
C
les meilleures

Slide 27 - Quiz

Mon père est ... ... ... de notre famille.
(het dikst)

A
le plus gros
B
la plus grosse
C
les plus gros

Slide 28 - Quiz

Die boeken zijn beter dan die films
A
Ces livres sont plus mieux que ces films
B
Ces livres sont meilleurs que ces films
C
Ces livres sont aussi mieux que ces films
D
Ces livres sont plus meilleures que ces films

Slide 29 - Quiz

Hoe maak je de overtreffende trap in het Frans?

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Video

Au travail ! jusqu'à 12:42
À faire: écris une réponse à la lettre de la semaine dernière. = ex. 17 blz. 49+ utilisez au moins trois formes de la comparatif/superlatif. (le lien est sur Classroom) 
Vocabulaire? blz. 109-110 Libre Service vocabulaire écrire/ Context Reverso
Comment écrire une lettre informelle? conventions de correspondance blz. 16&17 manuel/Classroom

Slide 32 - Slide