NN literatuur - H1 praten over proza - H1.4 Tijd

Nieuw Nederlands Literatuur
1.4 Tijd
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nieuw Nederlands Literatuur
1.4 Tijd

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Je kent de term 'literaire tijd'
Je kunt de verbinding 'tijd' en 'spanning' leggen. Je kent de termen 'vertelheden', 'flashback' 'a-chronologie' en alwetende verteller
Vooraf: Uitleg 1.4 tijd, blz. 24 en 25


Uitleg: Tijd in een verhaal kunnen duiden


Samenwerken: vragen beantwoorden. De ruimte van Sokolov. 


Zelfstandig leren: theorie in de kantlijn begrippen.


Afsluiting

Slide 2 - Slide

Spanning oproepen
  • Open plekken
  • Vooruitwijzingen
  • A-chronologie
  • Wisseling perspectief
  • Onbetrouwbaar perspectief
  • Actiespanning / psychologische spanning

Slide 3 - Slide

Spanning en tijd
Spanning kan opgeroepen worden door het 'vertelheden' te doorbreken met flashbacks of vooruitwijzingen.  Daarmee wordt dus de chronologie doorbroken. 
Verder kan je spanning opbouwen door een gebeurtenis te vertragen, dan wordt een verhaal langzaam verteld en onderbroken door bijvoorbeeld beschrijvingen. 
Zie hierna een mooi voorbeeld van een flashback:

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

cliffhanger
Een verhaal onderbreken op een spannend moment heet een cliffhanger 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

De ruimte van Sokolov
Lees Teksten 1 en 2 en beantwoord de vragen (vanaf blz. 24)

Slide 9 - Slide

Vraag 1  
• ‘Toen hij de fles van zijn brandende mond nam, zag Sokolov aan de overkant van de straat een man die snel en atletisch een geblindeerd eethuis binnenliep.’
• ‘Hij schroefde de dop weer op de fles.’
• ‘De slok spoelde de pijnlijke gedachten weg. Sinaasappels, las hij, toen hij zich naast zijn kar neerliet op een achtergelaten krat.’

Toelichting
Het vertelheden is het ‘nu’ in het verhaal; er wordt verteld wat er op dit moment gebeurt. Dat is in dit fragment maar heel weinig: Sokolov neemt een slok, ziet iemand, schroeft de dop op de fles en leest ‘Sinaasappels’ op een krat. De rest van de tekst bestaat uit beschrijvingen en gedachten.

Slide 10 - Slide

Vraag 2
2 Een door Sokolov ontworpen raket explodeert.
5 Sokolov verhuist naar Israël.
1 Sokolov is ruimtevaartgeleerde in Kaliningrad (USSR)
6 Sokolov is straatveger in Tel Aviv (Israël)
4 Sokolov raakt aan de drank.
3 Sokolov wordt ‘gedeporteerd’ naar Tomsk (USSR)
Toelichting
In de inleiding bij De ruimte van Sokolov staat dat een door Sokolov ontworpen raket is geëxplodeerd. In de tekst lees je dat hij inmiddels straatveger is in Tel Aviv (Israël). Vervolgens lees je dat hij daarvoor in Kaliningrad heeft gewoond en dat hij de USSR heeft verlaten. Je leest ook dat Sokolov in Tomsk heeft gewoond, waar hij vanuit Kaliningrad naartoe is ‘gedeporteerd’. Daar is hij alcoholist is geworden. Door het woord ‘gedeporteerd’ kom je erachter dat er in Kaliningrad iets is gebeurd, waar Sokolov voor gestraft is; dat moet dus de explosie van de raket zijn.

Slide 11 - Slide

Vraag 3
Waarschijnlijk gaat Sokolovs verleden een rol spelen in de rest van het verhaal.
Toelichting
In tekst 1 wordt de suggestie gewekt, dat Lev de schutter is die Sokolov heeft gezien. Dat betekent dat twee oude vrienden elkaar na lange tijd weer zien. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat het voor de loop van het verhaal van belang is om te weten wat er aan deze ontmoeting vooraf is gegaan.

Slide 12 - Slide

Vraag 4
Wat denk je + onderbouwing

Slide 13 - Slide

Vraag 5
Je krijgt hier informatie waarover Sokolov zelf niet beschikt. Er moet dus een verteller aan het woord zijn die boven het verhaal staat.

Slide 14 - Slide

Vraag 6
Door die minimale oogbeweging merkt de schutter dat Sokolov de schietpartij gezien heeft. Daarom loopt hij op Sokolov af en doordat ze dichterbij elkaar komen, kunnen ze elkaar goed bekijken. Daardoor herkennen Sokolov en Lev elkaar.

Slide 15 - Slide

Vraag 7
Sokolovs perspectief is niet betrouwbaar, ten eerste omdat hij zwaar aan de drank is en ten tweede omdat hij zelf ook twijfelt aan wat hij denkt te zien. 

Slide 16 - Slide

Vraag 8
Ja, want als Sokolov zegt ‘Ljovka?’ kijkt de man hem ‘verrast en geschrokken’ aan en loopt daarna weg. Als de schutter niet Lev was en Sokolov dus niet herkende, had hij anders gereageerd. 

Slide 17 - Slide

Vraag 9
Er zijn te veel vertragingen om op te noemen, bijvoorbeeld:
‘De man bleef voor de deur staan, tilde uit het borstzakje van zijn gestreken overhemd een flonkerende zonnebril en zette deze aandachtig op zijn neus, een arm van de bril secuur tussen duim en wijsvinger vasthoudend, als een precieuze dame die een kopje thee drinkt. Met zijn bezem in de hand stond Sokolov in de schaduw onder een van de bomen van de Regov Eksel en hij keek naar zonovergoten overkant van de straat, waar de rijkgeklede man de tijd nam voor het plaatsen van de zonnebril. Hij was slank, donker, zijn glanzende haar was kortgeknipt en zijn wangen leken vers geschoren, alsof hij bij het dessert nog even een barbier had laten komen. Zijn houding straalde zelfvertrouwen uit, een geslaagd man die zijn plaats in de wereld had veroverd. Goedkeurend streek hij met zijn vlakke hand over zijn haar, elk haartje zijn precieze bestemming gevend.’

Slide 18 - Slide

Vraag 10
Bijvoorbeeld:
• Is Lev wel of niet de schutter?
• Wie is het slachtoffer?
• Waarom werd het slachtoffer vermoord?

Slide 19 - Slide

Vraag 11
Als je terugkijkt op de fragmenten, wat zijn de belangrijkste kunstgrepen die spanning opwekken? 

Slide 20 - Slide