Examentraining deel B H4-H5

Examentraining deel B H4-H5
1 / 28
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examentraining deel B H4-H5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waarom reken je alleen met de winkelvloer oppervlak?
Waarom zou je WVO willenweten? 

Slide 3 - Slide

Waarom reken je alleen met de winkelvloer oppervlak?
Totaal 1030 m2. Kantoor en magazijn is 180 m2. De omzet is € 1.800.000,=. Wat is de omzet per m2 WVO?
A
€ 1747,57
B
€ 10.000,00
C
€ 2117,65
D
€ 1487,60

Slide 4 - Quiz

1030-180= 850
1800.000/850= 
Lees H4.3 
Maak opdr. 12 & opdr 14 (blz. 144)  in duo's 
Eerder klaar? Lees H4.4 
?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Omzet per fte/ per uur?


Wat is een fte? full time-equivalent 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld
Een sportwinkel heeft vier mensen in dienst. Ze werken respectievelijk 32 uur, 28 uur, 40 uur en 16 uur per week. De werknemers werken 46 weken per jaar (6 vakantieweken). De omzet is € 493.785. Wat is de omzet per fte?
  • (32+28+40+16=)116 /40 = 2.9 fte
  • Omzet per fte = € 493.785 / 2,9 = € 170.270,69.
  • Omzet per gewerkt uur = € 493.785 / 5.336 = € 92,54.
  • (116 x 46 weken = 5.336)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Omzet per FTE
Omzet € 24.000 / 6 medewerkers, waarvan er 5 voor 80% werken.
A
€ 4.000
B
0,021%
C
€ 4.800
D
0,025%

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan een ondernemer retail proberen te verbeteren als de APT van zijn winkel lager is dan andere winkels?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Amout per transaction
Het kengetal van het amout per transaction (APT) kun je gebruiken om aan te geven hoeveel klanten de winkel of webshop moeten bezoeken om een bepaalde omzet te behalen

Met acties of reclames kun je meer klanten aan de winkel trekken of hun bestedingspatroon vergroten.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

 Marije's IPT is 1,3
De meeste klanten kopen in een schoenenwinkel schoenen. Maar als een retailer wil je dat ze er andere producten bij kopen, zoals schoenpoets of -spray.

Als het gemiddeld aantal verkochte producten per klant op een ligt, is dit niet heel hoog en moet er meer gedaan worden aan bijverkoop. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe weet je het potentieel aantal klanten?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Penetratiegraad 
  • Percentage van de totale consumenten die wat bij jou koopt
  • Hoeveel van de potentiële klanten wordt bereikt?
  • Penetratiegraad = aantal klanten dat een aankoop doet : potentieel aantal kanten x 100%

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Buurtsupermarkt heeft 1.460 verschillende klanten per jaar.
In gebied wonen 20.000 mensen.
Bereken de penetratiegraad.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Penetratiegraad = aantal klanten dat een aankoop doet : potentieel aantal kanten x 100%
1.460 : 20.000 x 100% = 
7,3%

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met alle winkels? 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe succesvoller je winkelformule, hoe groter je marktaandeel

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Netflix

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Conversie 
  • Welke bezoekers van een (web)winkel koopt uiteindelijk iets
  • Bij een supermarkt bijna altijd 100%
  • Laag percentage? -> klanten aansporen tot koop 
  • Conversie = aantal kopers : aantal bezoekers x 100%

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Maak opdracht 9 & 11 in duo's
theorie H5 blz 178 -180
  • Overbewinkeling
  • Onderbewinkeling
Primair
80% van je omzet

Slide 22 - Slide

80% primair
20% secundair
Onderbewinkeling is de winkel te klein voor potentieel aantal klanten.
Overbewinkeleing is de winkel te groot voor potentieel aantal klanten (bijv. lokale bevolking) 
A.K.A.?
Locatie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Maak opdracht 22 alleen
theorie H5.5
 punten waar een retailer op let bij het bepalen van een vestigingsplaats
aantrekkelijkheid voor 
het winkelend publiek
of + toevloeiingsperscentage

Slide 24 - Slide

Afvloeiing:
  • Drukke verkeersweg langs het centrum
  • Ongunstige parkeerfaciliteiten
  • Hangjeugd in het centrum
  • Afwezigheid van publiekstrekkers
Wat kunnen redenen zijn voor toevloeiing in een winkelcentrum?
Kies de juiste antwoorden.
A
De aanwezigheid van een Hema in het winkelcentrum
B
Een grote wekelijkse markt in een plaats op 5 km afstand.
C
Er zijn veel hangjongeren.
D
Er zijn veel kantoren op loopafstand.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

>>Bestemmingsplan

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat staat er in een bestemmingsplan?
Kies de juiste antwoorden.
A
Wat er met een ruimte mag gebeuren.
B
Voor welke bestemmingen je een ruimte niet mag gebruiken.
C
Wat er met de buitenkant van je gebouw moet gebeuren.
D
Voor welke doelen een ruimte bestemd is.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Heb nog vragen?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions