H6: 2024-2025 6.1 / Vergrotingsfactor - 2KT



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: VK
● Uitleg: 6.1
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
Laptop op tafel
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00
1 / 49
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: VK
● Uitleg: 6.1
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
Laptop op tafel
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de vergrotingsfactor 
berekenen bij vergroten.

Je kunt de vergrotingsfactor
berekenen bij verkleinen.

Je kunt de vergrotingsfactor gebruiken om te tekenen.
H6: Vergroten en verkleinen
VK: 
6.1: Vergrotingsfactor
6.2: Gelijkvormige
        driehoeken
6.3: Oppervlakte en
        inhoud vergroten
6.4: Schaal
6.5: schaalmodel



Slide 2 - Slide

Als je geboren wordt meten ze je lengte in
A
cm
B
m
C
km
D
dm

Slide 3 - Quiz

de oppervlakte van je slaapkamer meet je in
A
liters
B
m2
C
km
D
cm2

Slide 4 - Quiz

km/uur en m/s zijn eenheden van
A
tijd
B
gewicht
C
snelheid
D
inhoud

Slide 5 - Quiz

gewicht, lengte en oppervlakte zijn
A
eenheden
B
grootheden

Slide 6 - Quiz

Noem de eenheden van lengte op volgorde van groot naar klein.

Slide 7 - Open question

7.3: Eenheden

Slide 8 - Slide

55 m = ... hm
A
0,55
B
5,50
C
550
D
5500

Slide 9 - Quiz

23.000 dm = ... km
A
0,23
B
2,3
C
23
D
230

Slide 10 - Quiz

25 dm = ... mm
A
0,25
B
2,5
C
2500
D
250

Slide 11 - Quiz

7.3: Eenheden
Wat verandert er bij de eenheden van oppervlakte?

Slide 12 - Slide

7.3: Eenheden

Slide 13 - Slide


8,5m2=...cm2
A
850
B
8 500
C
85 000
D
850 000

Slide 14 - Quiz


0,6dm2=...cm2
A
6
B
60
C
600
D
6000

Slide 15 - Quiz


3,4km2=...are
A
3 400
B
34 000
C
340 000
D
3 400 000

Slide 16 - Quiz


400cm2=...dm2
A
4
B
40
C
4 000
D
40 000

Slide 17 - Quiz


7.400.000mm2=...m2
A
0,74
B
7,4
C
74
D
740

Slide 18 - Quiz


400m2=...ha
A
0,04
B
0,4
C
4
D
40

Slide 19 - Quiz

6.1: Vergrotingsfactor
Kijkvragen:
  • Wat is de vergrotingsfactor?
  • Waarvoor gebruiken we deze?

Slide 20 - Slide

0

Slide 21 - Video

Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 22 - Open question

Waarvoor gebruiken we de vergrotinsfactor?

Slide 23 - Open question

6.1: Vergrotingsfactor
De foto noemen we het origineel, hiervan wordt een vergroting gemaakt. De vergroting heet het beeld. De twee afbeeldingen zijn dan gelijkvormig.





Slide 24 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor
De vergrotingsfactor bereken je met:

  • vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

  • Neem bij beide afbeeldingen altijd dezelfde 'lijn' die je meet.



Slide 25 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor
Voorbeeld:




Rechthoek A'B'C'D' is een vergroting van rechthoek ABCD. Bereken de vergrotingsfactor.


Slide 26 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor
Voorbeeld:



Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel


Slide 27 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor
Voorbeeld:



Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel


2 cm
3 cm

Slide 28 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor
Voorbeeld:



Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
                                       =              3            :             2                     = 1,5
 Dus de vergrotingsfactor is 1,5.



2 cm
3 cm

Slide 29 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?


Slide 30 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 

Slide 31 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 3

Slide 32 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 3
De lijn van 5 cm noemen we het origineel, hier begon je mee.
De vergrootte lijn noemen we het beeld.

Slide 33 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 3
De lijn van 5 cm noemen we het origineel, hier begon je mee.
De vergrootte lijn noemen we het beeld.
Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel

Slide 34 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 3
De lijn van 5 cm noemen we het origineel, hier begon je mee.
De vergrootte lijn noemen we het beeld.
Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel
Lengte vergroting =     3                      x              5                

Slide 35 - Slide

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 3
De lijn van 5 cm noemen we het origineel, hier begon je mee.
De vergrootte lijn noemen we het beeld.
Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel
Lengte vergroting =     3                      x              5                  = 15 cm

Slide 36 - Slide

Hoe lang wordt een lijn van 10 cm als je deze 5 keer vergroot?
A
5 cm
B
50 cm
C
2 cm

Slide 37 - Quiz

Wat zal het betekenen als de vergrotingsfactor precies 1 is?

Slide 38 - Open question

Hoeveel is de vf als het kopieerapparaat op 150% staat?

Slide 39 - Open question

Slide 40 - Slide

Huiswerk
Maken van H6:
Blz. 57:  opg. 3 t/m 5, 9, 11, 14 en 20

Nakijken en verbeteren:
Alles wat je tot nu toe gemaakt hebt van H6.

timer
5:00
Achter de les

Slide 41 - Slide

Leerdoelen behaald?
Je kunt de vergrotingsfactor 
berekenen bij vergroten.

Je kunt de vergrotingsfactor
berekenen bij verkleinen.

Je kunt de vergrotingsfactor gebruiken om te tekenen.
H8: Inhoud en vergroten
VK: 
8.1: Inhoud prisma en cilinder
8.2: Inhoud piramide en
         kegel
8.3: Vergrotingsfactor
8.4: Gelijkvormige
        driehoeken
8.5: Oppervlakte en
        inhoud vergroten
8.6: Schaal
8.7 schaalmodel



Slide 42 - Slide

Inhoud 'recht ruimtefiguur'= opp. grondvlak x hoogte          

  • I kubus = lengte x breedte x hoogte

  • I balk = lengte x breedte x hoogte

  • I cilinder = straal2 x        x hoogte

  • I prisma       =  0,5 x zijde x bijbehorende hoogte x hoogte     
π
Δ
(I = Inhoud)

Slide 43 - Slide

Inhoud 'puntig ruimtefiguur' =       x opp. grondvlak x hoogte
  • I piramide                  =       x lengte x breedte x hoogte


  • I kegel =     x straal2 x      x hoogte
31
31
π
31

Slide 44 - Slide

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 45 - Slide

Inhoud
31straal2πh
I.kubus
I.prisma
I.kegel
I.cilinder
lbh
21zbhh
zijde3(=lbh)
31lbh
straal2πh
I.piramide
I.balk
Formules

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Video

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video