Opfrissen kennis eerste les
Hoe noemen de Grieken Griekenland?
1 / 12
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Hoe noemen de Grieken Griekenland?
Slide 1 - Open question
Hoeveel letters heeft het Griekse alfabet?
A
20
B
22
C
24
D
26
Slide 2 - Quiz
De bloeiperiode van de Griekse cultuur wordt wel de klassieke periode genoemd: wanneer viel deze periode?
A
1000-800 v.Chr.
B
800-500 v.Chr.
C
500-323 v.Chr.
D
323-31 v.Chr.
Slide 3 - Quiz
Wie is deze god of godin?
A
ΑΡΗΣ
B
ΑΘΗΝΑ
C
ΑΙΔΗΣ
D
ΑΠΟΛΛΩΝ
Slide 4 - Quiz
Is het bijvoeglijke naamwoord hier attributief of predicatief geplaatst?
ὁ δοῦλος ὁ μεγάς
ὁ δοῦλος ὁ μεγάς
A
attributief
B
predicatief
C
niet te zeggen zonder werkwoord
D
WTF????
Slide 5 - Quiz
Wat is de correcte vertaling van de zin:
τὸν δεσπότην ὁ δοῦλος κτείνει
τὸν δεσπότην ὁ δοῦλος κτείνει
A
De meester doodt de slaaf
B
De slaafse meester sterft
C
De slaaf gaat naar de meester
D
De slaaf doodt de meester
Slide 6 - Quiz
Hoe heet de veerman in de onderwereld?
A
Hermes
B
Hades
C
Persefoné
D
Charon
Slide 7 - Quiz
Wat is de correcte vertaling?
ὁ δοῦλος κλαίων τὴν οἰκίαν λείπει.
ὁ δοῦλος κλαίων τὴν οἰκίαν λείπει.
A
De slaaf verlaat huilend zijn huis
B
De slaaf verlaat zijn huis, terwijl hij huilt
C
De huilende slaaf verlaat zijn huis
D
De slaaf die huilt verlaat zijn huis.
Slide 8 - Quiz
Benoem het type aoristus van deze vorm van het ww πίπτω :
ἔπεσον
ἔπεσον
A
sigmatische aoristus
B
pseudosigmatische aoristus
C
stamaoristus
D
thematische aoristus
Slide 9 - Quiz
Benoem het type aoristus van deze vorm van het ww κρύπτω:
κρυψον
κρυψον
A
sigmatische aoristus
B
pseudosigmatische aoristus
C
stamaoristus
D
thematische aoristus
Slide 10 - Quiz
Zelfstandige naamwoorden uit groep I zijn altijd vrouwelijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Waarvoor ben je bang als je akrofobie hebt?
A
Pleinen (en drukte)
B
Spinnen
C
De akropolis van Athene
D
hoogte
