This lesson contains 21 slides, with text slides.
Drie opdrachten, kies er per tweetal 1
Plot schrijven
Spannend schrijven
Beste of slechtste dag (autobiografisch)
* je schrijft een verhaal met een foto als inspiratiebron
* je geeft je personage een naam (geen naam uit de school, geen Jan of Piet)
* je bedenkt wat je personage van plan is
* spanning maak je doordat je personage iets wil en daarbij obstakels tegenkomt
* zorg voor geloofwaardigheid: geef niet teveel en niet te weinig informatie --> passen de gebeurtenissen bij het karakter?
*
* zorg ervoor dat je zoveel mogelijk toont in plaats van vertelt
* technieken: informatievoorsprong, informatieachterstand, zintuiglijk beschrijven, tonen in plaats van vertellen
* je weet wat een plot is
* je weet wat spanning in een verhaal is en hoe je dat opbouwt
* je weet wat autobiografisch schrijven is
* je kunt op een aansprekende manier een kort verhaal schrijven
* je kunt op een aansprekende manier je eigen ervaringen beschrijven
* je kunt de regels van zinsbouw, stijl en spelling toepassen
schrijven is schrappen
Laat de volgende woorden zoveel mogelijk weg: terwijl, toen, dus, toch, vaak, soms, meestal, namelijk, heel, maar, uiteindelijk, eigenlijk etc.
de vrouw is heel slim --> beter: de vrouw is slim
We moeten op een stralingsmeter gaan staan, die controleert of er radioactieve deeltjes op ons lichaam zitten. Ik kijk naar het stof op mijn arm en mouw. Maar het apparaat gaat niet af.
laat hulpwerkwoorden zoveel mogelijk weg: zullen, kunnen, moeten, willen, mogen, worden, gaan etc.
Jan zal straks naar school gaan --> Jan gaat straks naar school
Debbie was aan het vakantievieren --> Debbie vierde vakantie
niet: Jan kijkt uit het raam, wel: Jan staart uit het raam/Jan tuurt door het raam
niet: twee oude mannen praten met elkaar op een bankje, wel:
twee oude mannen keuvelen/discussieren/ schreeuwen etc.
niet: de hond doet gemeen, wel: de hond bijt/verscheurt etc.
niet: oma komt naar huis, wel: om rijdt in haar scootmobiel naar huis
KORTOM: als je schrijft, moet de lezer het als ware als een film voor zich zien
1. "Er werd bij mij ingebroken en ik was bang."
2. "Ik hoorde geritsel op de gang. Mijn adem stokte. Een druppel zweet liep langs mijn voorhoofd. Was het een man? Ik hoorde voetstappen...Mijn mond was droog. Langzaam, om geen geluid te maken, pakte ik een zware kandelaar van tafel."
* lees eerst de opdrachten goed door
* kies met je schrijfmaatje welke opdracht je gaat schrijven
* ga brainstormen en zet een aantal ideeen in google docs
* deel je document met a.rose@greijdanus.nl
* maak een document aan (google docs): deel dat met a.rose@greijdanus.nl (namen tweetal vermelden)
* vijf minuten brainstormen, daarna 'gewoon' beginnen met schrijven
* geen horrorverhalen o.i.d. , wel realistische verhalen!
* 1A4 tot maximaal anderhalf A4 (het is een kort verhaal);
* eerst schrijven, dan schrappen;
* klaar? Kritische feedback vragen aan ander tweetal;
* titel, zinsbouw, spelling etc.