What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.3 Genenparen, 3.4 kruisingen
3.3 Genenparen, 3.4 kruisingen
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
13 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3.3 Genenparen, 3.4 kruisingen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype betekenen
Je kunt een kruisingsschema opstellen
Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/ of nakomelingen afleiden
Slide 2 - Slide
Homozygoot en heterozygoot
Slide 3 - Slide
Dominante en recessieve genen
Dominant gen: een gen dat een ander gen overheerst
Recessief gen: een gen dat onderdrukt wordt door andere genen
Slide 4 - Slide
Dominante en recessieve genen
Dominante genen "spelen de baas" over recessieve genen.
Je hebt ook genen waarvan er 2 "de baas" zijn. Dan wordt er een tussenvorm gemaakt. =
intermediair
Rood x Wit= roze
Slide 5 - Slide
Genen worden aangegeven met letters
Dominant = hoofdletter (B, T, A etc.)
recessief = kleine letter (b, t, a etc.)
Voorbeeld:
Gen voor bruin haar is dominant=B
Gen voor blond haar is recessief= b
heterozygoot = Bb
Homozygoot = bb, BB
Slide 6 - Slide
Het maken van kruisingen
P= ouders
F1= kinderen
F2= kinderen van kinderen
Slide 7 - Slide
Stap 1
Bedenk wat de fenotypen en genotypen zijn van de ouders
homozygoot Zwart haar = AA
Blond haar = aa
P
AA x aa
Slide 8 - Slide
Stap 2
Bedenk welke genen in de geslachtscellen van beide ouders kunnen voorkomen
In de geslachtscellen zit de helft van het gen dus 1 letter
Zwart haar = AA, dus elke eicel 1 A
Blond haar = aa, dus elke zaadcel 1 a
Slide 9 - Slide
Stap 3
Stel vast welk genotype en fenotype de nakomelingen kunnen krijgen
AA x aa
Zwart haar = AA
Blond haar = aa
Dus wat is het genotype en fenotype van de nakomelingen (F1)?
a
a
A
A
Slide 10 - Slide
Stap 4
Stel vast welke genotype en fenotype de dieren in de F2 kunnen hebben
Aa x Aa
Dus wat is het genotype en fenotype van de nakomelingen (F2)?
A
a
A
a
Slide 11 - Slide
Nog een keer
De vader heeft blond haar (bb)
De moeder heeft zwart haar (BB)
Welke haarkleur hebben de kinderen? F1
Welke haarkleur hebben de kleinkinderen? F2
Slide 12 - Slide
Aan de slag
Maak opdracht
3.3: 18, 19, 22, 24, 25
3.4: 31, 32, 34, 35, 37
Slide 13 - Slide
More lessons like this
D2BTh6 B3c: OUD OUD ANTW Kruisingsschema's lln
May 2019
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
5.3 Stamboomonderzoek dl1
May 2023
- Lesson with
44 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
D2BTh6 B3bc:Oefenen
April 2019
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
9.2 Stamboomonderzoek
June 2022
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
9.2 Stamboomonderzoek
May 2023
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
3.3 Kruisingen
April 2023
- Lesson with
14 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
5.3: Stamboomonderzoek dl2
May 2023
- Lesson with
33 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
5.4 Meer genen in het spel
May 2023
- Lesson with
34 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4