What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.3 Kruisingen
3.3 kruisingen
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
14 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3.3 kruisingen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
4. Je kunt een kruisingsschema opstellen
5. Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/ of nakomelingen afleiden
Slide 2 - Slide
Hoe zat het ookalweer
Wat is homozygoot en heterozygoot
Wat is dominant en recessief
Wat is intermediaire
Wat voor soort letters heeft dominant en recessief
Slide 3 - Slide
Homozygoot en heterozygoot
Slide 4 - Slide
Dominante en recessieve genen
Dominant gen: een gen dat een ander gen overheerst
Recessief gen: een gen dat onderdrukt wordt door andere genen
Slide 5 - Slide
Dominante en recessieve genen
Dominante genen "spelen de baas" over recessieve genen.
Je hebt ook genen waarvan er 2 "de baas" zijn. Dan wordt er een tussenvorm gemaakt. =
intermediair
Rood x Wit= roze
Slide 6 - Slide
Genen worden aangegeven met letters
Dominant = hoofdletter (B, T, A etc.)
recessief = kleine letter (b, t, a etc.)
Voorbeeld:
Gen voor bruin haar is dominant=B
Gen voor blond haar is recessief= b
heterozygoot = Bb
Homozygoot = bb, BB
Slide 7 - Slide
Het maken van kruisingen
P= ouders
F1= kinderen
F2= kinderen van kinderen
Slide 8 - Slide
Stap 1
Bedenk wat de fenotypen en genotypen zijn van de ouders
homozygoot Zwart haar = AA
Blond haar = aa
P
AA x aa
Slide 9 - Slide
Stap 2
Bedenk welke genen in de geslachtscellen van beide ouders kunnen voorkomen
In de geslachtscellen zit de helft van het gen dus 1 letter
Zwart haar = AA, dus elke eicel 1 A
Blond haar = aa, dus elke zaadcel 1 a
Slide 10 - Slide
Stap 4
Stel vast welke genotype en fenotype de dieren in de F2 kunnen hebben
Aa x Aa
Dus wat is het genotype en fenotype van de nakomelingen (F2)?
A
a
A
a
Slide 11 - Slide
Stap 3
Stel vast welk genotype en fenotype de nakomelingen kunnen krijgen
AA x aa
Zwart haar = AA
Blond haar = aa
Dus wat is het genotype en fenotype van de nakomelingen (F1)?
a
a
A
A
Slide 12 - Slide
Nog een keer
De vader heeft blond haar (bb)
De moeder heeft zwart haar (BB)
Welke haarkleur hebben de kinderen? F1
Welke haarkleur hebben de kleinkinderen? F2
Slide 13 - Slide
Aan de slag
Maak opdracht
3.3: 1 tot en met 7
Slide 14 - Slide
More lessons like this
D2BTh6 B3c: OUD OUD ANTW Kruisingsschema's lln
May 2019
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
5.3 Stamboomonderzoek dl1
May 2023
- Lesson with
44 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
D2BTh6 B3bc:Oefenen
April 2019
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
9.2 Stamboomonderzoek
June 2022
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
9.2 Stamboomonderzoek
May 2023
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
3.3 Genenparen, 3.4 kruisingen
June 2022
- Lesson with
13 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
5.3: Stamboomonderzoek dl2
May 2023
- Lesson with
33 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
5.4 Meer genen in het spel
May 2023
- Lesson with
34 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4