taal thema 7 les 2 vt met tt, dd

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

taal thema 7 les 2 vt met tt, dd

Bedenk een woord waarbij bij de vt te(n) of de(n) achter komt. (bijv fietsen)

Schrijf de stam van de pv en de uitgang.
Mijn zus raadde mij dit boek aan over Romulus en Remus.

Schrijf de stam van de pv en de uitgang.
Deze broers stichtten de stad Rome.

Schrijf de stam van de pv en de uitgang.
Ik vermoedde dat al.

Schrijf de stam op van de pv. Kijk goed naar de laatste letter.
De familie van Luid vierde feest in de garage.

Schrijf de stam op van de pv. Kijk goed naar de laatste letter.
De garage barstte bijna uit zijn voegen.

Schrijf de stam op van de pv. Kijk goed naar de laatste letter.
De gasten feestten tot diep in de nacht.

Schrijf de stam op van de pv. Kijk goed naar de laatste letter.
Hun buren klaagden over het lawaai.

Schrijf de stam op van de pv. Kijk goed naar de laatste letter.
Ze verwachtten dat het wel rustig zou worden.

Schrijf de stam op van de pv. Kijk goed naar de laatste letter.
Maar de herrie duurde tot in de ochtend.

Schrijf de stam van de pv en de uitgang erachter.
De politie meldde het volgende.

Schrijf de stam van de pv en de uitgang erachter.
Een oplichter verleidde de mensen de deur open te doen.

Schrijf de stam van de pv en de uitgang erachter.
Ze gebruikte geloofwaardige smoezen.

Schrijf de stam van de pv en de uitgang erachter.
Je verwachtte dat niet zo van een vrouw.

Schrijf de stam van de pv en de uitgang erachter.
De politie raadde mensen aan niet open te doen.

Schrijf de stam van de pv en de uitgang erachter.
De mensen volgden de aanbeveling: deuren dicht.

Wanneer komt tt of dd in de werkwoorden voor?