This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H2. Op weg naar democratie
2.1 De grondwet van 1848
Slide 1 - Slide
Deze paragraaf:
Hoe ontstond in Nederland door de grondwetswijziging van 1848 een parlementaire democratie?
Centrale begrippen: conservatieven, liberalen, grondwet van 1848, censuskiesrecht, districtenstelsel.
Belangrijke namen: Thorbecke, Willem I, Willem II
Slide 2 - Slide
Willem I
Koning komt na Napoleon naar Nederland.
Zoon Willem II volgt hem op
Conservatieven: steunen beleid van de koning. Heeft onbeperkte macht
Liberalen: Koning moet minder macht. Volk moet stemmen.
Slide 3 - Slide
1848
Mislukte aardappeloogst leidt tot hongersnoden
Protesten tegen de macht van vorsten in heel Europa
1848: Revolutiejaar
Slide 4 - Slide
Willem II
Keuze: koning blijven met minder macht of aftreden?
Thorbecke stelt wijzigingen voor in grondwet.
Slide 5 - Slide
Grondwetswijziging
Doel: Volksinvloed groter door rechtstreeks stemmen & volksvertegenwoordiging meer macht
Slide 6 - Slide
Grondwetswijziging
1. Koning niet meer verantwoordelijk voor politiek beleid. Ministers wel (ministeriele verantwoordelijkheid). Koning werd onschendbaar.
2. Tweede Kamer, Provinciale Staten en Gemeenteraad rechtstreeks gekozen.
3. Eerste Kamer gekozen door PS
Slide 7 - Slide
Grondwetswijziging
4. Eerste en Tweede Kamer hebben: recht van interpellatie (minister ondervragen), recht van budget, recht van enquête (onderzoek naar beleid regering).
5. Tweede Kamer heeft recht van initiatief (wet bedenken) en recht van amendement (wet wijzigen).
Slide 8 - Slide
Grondwetswijziging
6. Elk jaar wordt de begroting vastgesteld.
7. Bevolking krijgt grondrechten.
Slide 9 - Slide
Geen volledige democratie want:
Censuskiesrecht: alleen mannen die veel belasting betaalden mochten stemmen.
Districtenstelsel
Slide 10 - Slide
Bespreking
Opdracht 5,6, 8 en 9 Havo boek
Slide 11 - Slide
2.1 Verzuiling
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Confessionelen
Confessionelen = gelovigen
Door grondwet 'vrijheid van geloof' kregen katholieken meer mogelijkheid tot emancipatie (opkomen voor gelijke rechten).
Slide 14 - Slide
Confessionelen
Abraham Kuyper wilde eigen plek voor streng gelovige (=orthodoxe) protestanten -> richt eigen school op, eigen politieke partij (ARP), eigen krant.
Hierdoor ontstaat verzuiling.
Slide 15 - Slide
Schoolstrijd
Kuyper en Schaepman (van katholieke RKSP) wilden dat overheid bijzondere (dwz christelijke) scholen ging betalen. Liberale kamer zag dat niet zitten.
Uiteindelijk lukt het de confessionelen de schoolstrijd te winnen, door met de socialisten samen te werken (zie par 4)