Les 2 2.1 (7 fundamenten)

1 / 16
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Inhoud
Vorige keer
Ontwikkelingspsychologie
Zone van naaste ontwikkeling (Lev Vygotsky)
Zeven fundamenten van ontwikkeling 
Afronding

Slide 2 - Slide

Opbouw lessen
Theorie: 
Pedagogisch Werk 1, thema 2
Pedagogisch Werk 1, thema 3.1

Toetsstof 

Slide 3 - Slide

Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie bestudeert natuurlijke en opeenvolgende veranderingen in het menselijk leven vanaf de conceptie (bevruchting).

Ontwikkeling wordt beschreven in ontwikkelingsfasen:
  • babyfase 0 – 1,5 jaar
  • peuterfase 1,5 – 4e verjaardag (dreumes = jonge peuter)
  • kleuterfase 4 – 6/7 jaar (groep 1/2)
  • jonge schoolkind 7 – 9 jaar
  • oudere schoolkind (pre-puberteit) 10 – 12 jaar
  • puberteit 13 - 16
  • adolescentie 17 - 21




Slide 4 - Slide

Ontwikkelingspsychologie
Met kennis van de ontwikkeling van het kind sluit de OA aan bij de ontwikkelbehoefte van het kind.
De OA weet wat een normale ontwikkeling (wat is normaal?) inhoudt en wanneer een kind daarvan afwijkt (voorsprong, achterstand, snelle of trage ontwikkeling).

Jij hebt invloed op de ontwikkeling van het kind!

Als OA heb je in je beroep nodig:
- kennis (weten dat)
- inzicht (weten wat)
- vaardigheden (weten hoe)



Slide 5 - Slide

Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkeling gaat vanzelf! Of niet?


De ontwikkeling van een kind staat nooit op zichzelf.

Opdracht A: Welke factoren beïnvloeden de ontwikkeling van een kind? Noem negatieve en positieve factoren.

Opdracht B: Noem iets wat jouw eigen ontwikkeling (merkbaar) 
beïnvloed heeft.



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zeven fundamenten van ontwikkeling:
1. Uitnodigende en uitdagende omgeving
2. Mogelijkheden tot onderzoeken en experimenteren
3. Interactie
4. Samenspelen
5. Zelfvertrouwen
6. Eigenwaarde
7. Emotionele en fysieke veiligheid

Deze fundamenten leggen de basis voor een goede ontwikkeling van een kind.
In hoeverre geldt dat voor alle kinderen wereldwijd?


Slide 8 - Slide

1. Fysieke en emotionele veiligheid
Fysieke veiligheid: spelen en werken in een veilige omgeving.
Scholen en schoolpleinen voldoen aan wettelijke regels.
Emotionele veiligheid: het kind voelt zich veilig, plezierig,
gewaardeerd, heeft vertrouwen in de begeleiders en vindt troost.
De vertrouwensband is belangrijk!

Slide 9 - Slide

2. Uitnodigende en uitdagende omgeving
De omgeving straalt een plezierige sfeer uit.
Uitdaging om te ontdekken en te leren.
Kinderen hebben een natuurlijke drang om te exploreren (de wereld om
zich heen te onderzoeken).
Het kind raakt gemotiveerd en betrokken.


Slide 10 - Slide

3. Onderzoeken en experimenteren
Exploreren is een natuurlijke drang. Dat kan als er veel te ontdekken valt.
Het gaat vaak om eenvoudige materialen.
Soms doe je iets voor of geef je uitleg.
Kinderen verleggen vanzelf hun grenzen.


Slide 11 - Slide

4. Interactie
Contact met anderen: praten, uitleggen, begrijpen.
Contact is nodig voor ontwikkeling.
Stem interactie af op leeftijd en behoefte van het kind.
Door contact leren kinderen samen spelen en voor zichzelf opkomen.
Ze leren elkaar kennen.


Slide 12 - Slide

5. Samenspelen

Door spel leren kinderen samenwerken, delen en onderhandelen.
Ze leren zich aan (sociale) regels te houden.
Vanaf ong. 4 jaar ontstaat samenspel (coöperatief spel)
Door reacties te krijgen op eigen gedrag, leert het kind zichzelf
kennen (sociale vergelijking).


Slide 13 - Slide

Welke vormen van spelen (en spellen) ken je?
Wat leren/ontwikkelen kinderen daarmee?

Slide 14 - Slide

6. Zelfvertrouwen en
7. Eigenwaarde

Het kind leert dat het er mag zijn en belangrijk is.
Het kind leert wat het kan en wat (nog) niet.
Het kind leert eigenwaarde door positieve aandacht uit de
omgeving. Keur het (ongewenst) gedrag af, niet het kind.

Slide 15 - Slide

Vragen?
Fijn weekend! 

Slide 16 - Slide