Les 12 - Theorie voor SE Nederlands begrijpend lezen

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesplanning
- Lesdoel 
- Theorie Lezen: Voorbereiding SE Nederlands
1. Hoofdzaken/bijzaken
2. Kernzinnen
3. Hoofdgedachte
4. Tekstverband en signaalwoorden
5. Advertentie (doel/publiek/functie)
6. Doelgroep/publiek van een tekst

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les...


✓ Heb je alle theorie doorgenomen voor SE6 - Begrijpend lezen 


Slide 3 - Slide

SE - na de voorjaarsvakantie
Begrijpend lezen
- Twee 'normale' teksten (van de methode)
- Advertentietekst
- Examentekst 

Slide 4 - Slide

Hoofd- en bijzaken
Kernzin
Hoofdgedachte

Slide 5 - Mind map

Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijke informatie in een tekst noem je de hoofdzaken.
Deze hoofdzaken komen in een samenvatting te staan.

Wat niet zo belangrijk is zijn de bijzaken.

Slide 6 - Slide

Hoofdzaken
- Belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.

- Hoofdzaken staan in de kernzin.

- Tussenkopjes helpen om de hoofdzaken te vinden.
Bijzaken
- Minder belangrijke informatie

- Maken de hoofdzaken duidelijker. 

- Het is vaak een voorbeeld, een herhaling of een uitleg bij de kernzin.

Slide 7 - Slide

Hoofdgedachte
Bij begrijpend lezen wordt vaak gevraagd wat de hoofdgedachte van de tekst is. 

Vraag je dan dit af: 
''Wat is het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen over het onderwerp van de tekst?'' = hoofdgedachte




Slide 8 - Slide

Hoe vind je de hoofdgedachte?
Als je op zoek bent naar de hoofdgedachte van een tekst, zoek je naar de belangrijkste informatie die de schrijver over het onderwerp geeft.

Eigenlijk is de hoofdgedachte uit twee delen opgebouwd:
• het onderwerp
• het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp vertelt

Als je dat in één of twee zinnen navertelt, heb je de hoofdgedachte te pakken!


Slide 9 - Slide

Vragen op toets
- Wat is de hoofdgedachte? 
(Meerkeuze - open vraag)
- Noteer een hoofdzaak uit de tekst
- Noteer een bijzaak uit de tekst

Slide 10 - Slide

Tekstverband + signaalwoord

Slide 11 - Mind map

Tekstverband en signaalwoorden
Tekstverband
Signaalwoord
Voorbeeld
Opsomming
Ook, verder, bovendien, ten eerste, daarnaast
Zij gaat naar Spanje. Ook haar zusje gaat mee. 
Tegenstelling
Maar, toch, echter, integendeel
Het zonnetje schijnt hier, maar daar regent het
Voorbeeld/toelichting
Zo, bijvoorbeeld, zoals
Hij doet aan sporten. Zo is hij nu aan het voetballen. 
Reden
omdat, want, daarom, vanwege, immers
De kinderen gaan naar huis, omdat het regent
Conclusie
Dus, kortom, al met al, concluderend
Kortom: gezond eten is belangrijk. 

Slide 12 - Slide

Tekstverband tussen alinea 3 en 4?
Stap 1: kijk naar de eerste zin van de tweede gevraagde alinea
Stap 2: zoek in die zin het signaalwoord
GEVONDEN? 
Stap 3: omcirkel de tekstverband die bij dat signaalwoord hoort
NIET GEVONDEN?
Stap 4: lees alinea 3 en 4 heel goed en hou de volgende vraag in je achterhoofd: 'Wat hebben deze twee alinea's met elkaar te maken?'

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Advertentietekst

Slide 15 - Mind map

Advertentietekst


- Doel
- Publiek
- Functie afbeelding

Slide 16 - Slide

Advertentietekst
Tekstdoelen
- Informeren
- Activeren = de lezer moet iets gaan doen (geld doneren/iets kopen)
- Adviseren = de lezer krijgt advies over een moeilijke kwestie
- Instrueren = de lezer krijgt uitleg hoe iets gedaan moet worden (bv: Ikea kast)
- Overtuigen = de schrijver wil dat je zijn mening over neemt
- Amuseren = de lezer moet genieten 

Slide 17 - Slide

Advertentietekst
Publiek
- Voor welk groep mensen is de tekst bedoeld? 


Slide 18 - Slide

Advertentietekst
Functie afbeelding
= de reden waarom een afbeelding wordt gebruikt in een advertentie
- interesse opwekken
- ondersteuning/verduidelijking
- geeft nieuwe informatie 

 


Slide 19 - Slide

Voorbeeldvragen

Slide 20 - Slide