3.4 Ruiken en proeven

H3.4 ruiken en proeven
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

H3.4 ruiken en proeven

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
3.4 Ruiken en proeven
Aan het eind van 3.4 kun je:
1. Uitleggen hoe het reukzintuig in je neus werkt
2. Uitleggen hoe je smaakzintuig op je tong werkt
3. De 5 soorten smaakzintuigen noemen
4. Uitleggen hoe je met je reukzintuig en smaakzintuig je eten proeft
5. Omschrijven waardoor eetgewoonten en voorkeur ervoor kunnen zorgen of je iets lekker vindt of vies.

Slide 2 - Slide

Ruiken is belangrijk!
  • Kan ons beschermen:
    - voor gevaar, denk aan brandlucht of gaslucht
    - voor bedorven voedsel, je ruikt vaak wanneer je eten niet         goed meer is

Slide 3 - Slide

De neus 
  • Ruiken doe je met reukzintuig in je neus.
  • Reukzintuig neemt waar
  • Prikkel wordt impuls
  • Impuls via reukzenuw naar hersenen
  • Hersenen geven aan welke geur het is

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Je loopt de keuken in, daar staat een appeltaart, net uit de oven. Wat is de juiste volgorde van onderstaande gebeurtenissen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
Er komen geurstoffen vrij uit de appeltaart
Je reukzintuig wordt geprikkeld
Je weet wat je ruikt: appeltaart
Er gaan berichten van je reukzintuig naar je hersenen
Je besluit een stukje taart te nemen
Er gaan berichten van de hersenen naar je armspieren

Slide 6 - Drag question

Proeven
Ruiken helpt bij het waarnemen van een smaak.
Bij proeven voegen je hersenen de informatie van
de smaakzintuigen en van het reukzintuig samen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Tong
  • is ruw
  • op je tong liggen kleine uitsteeksels. Dit zijn smaakpapillen
  • Hiertussen liggen smaakzintuigen
  • Smaakstoffen prikkelen de smaakzintuigen

Slide 9 - Slide

Maken
Maak opdracht 1 t/m 17 op blz. 113 t/m 116

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video