What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Zinsdelen 2.0
Welkom DTH1O!
Terugkoppeling boekendoos
Herhalen
Nieuw
onderwerp
Aan de slag! / toets inzage
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom DTH1O!
Terugkoppeling boekendoos
Herhalen
Nieuw
onderwerp
Aan de slag! / toets inzage
Slide 1 - Slide
Waar waren we gebleven...
Grammatica zinsontleding
Welke twee stappen hebben we vorige week behandeld?
Hoe pak je elk onderdeel aan?
Slide 2 - Slide
Oefening
Neem de zinnen over. Zet een
streep
onder de pv en zet de zinsdelen tussen | haken |.
1. Door de najaarsstorm waaiden de pannen van het dak.
2. Hij sloeg de spijker op de kop.
3. Na de voorstelling bleven we hangen.
4. Januari was erg koud dit jaar.
5. De docent heeft het proefwerk nagekeken.
timer
5:00
Slide 3 - Slide
Oefening
1. Door de najaarsstorm |
waaiden
| de pannen (|) van het dak.
2. Hij |
sloeg
| de spijker | op de kop.
3. Na de voorstelling |
bleven
| we | hangen.
4. Januari |
was
| erg koud | dit jaar.
5. De docent |
heeft
| het proefwerk | nagekeken.
Slide 4 - Slide
Stap 1: persoonsvorm (PV)
1. De tijdproef (tt-vt)
Na het zesde lesuur
mochten
de leerlingen naar huis.
2. De vraagproef
Mogen
de leerlingen na het zesde lesuur naar huis?
3. De persoonsproef (ev-mv)
Na het zesde lesuur
mag
de leerling naar huis.
Slide 5 - Slide
Stap 2: zinsdelen
De zinsdeelproef: probeer welke woorden je samen vóór de persoonsvorm kan zetten.
Mijn tip: stel vragen aan de zin, het antwoord is één zinsdeel.
Slide 6 - Slide
Wat kan/weet je nu?
Ik kan de persoonsvorm in zinnen vinden.
Ik kan de zinsdeelproef gebruiken om zinnen in zinsdelen te verdelen.
Slide 7 - Slide
Nieuw
onderwerp
Stap 1: persoonsvorm
Stap 2: zinsdelen
Stap 3: ???
Slide 8 - Slide
Stap 3: onderwerp
Bijna elke zin heeft een onderwerp (ow).
Deze hoort bij de persoonsvorm, want het onderwerp doet/is/wordt iets.
Er zijn twee manieren om het onderwerp te vinden.
Slide 9 - Slide
Stap 3: onderwerp
Manier 1
Vraag: wie of wat + persoonsvorm? Antwoord: onderwerp
Manier 2
Verander de pv van getal: ev wordt mv of andersom.
Doet dat bij: Gisteren heeft mijn broer bij de slager vlees gekocht.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Quiz
Log in met je eigen naam!
Slide 12 - Slide
Muziek kan heel veel emotie bij mensen losmaken.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 13 - Open question
Muziek kan heel veel emotie bij mensen losmaken.
Wat is het onderwerp?
Slide 14 - Open question
Ruud gaat vandaag een keer met de trein naar school.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 15 - Open question
Ruud gaat vandaag een keer met de trein naar school.
Wat is het onderwerp?
Slide 16 - Open question
Veel mensen vinden scheef hangende schilderijen irritant.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 17 - Open question
Veel mensen vinden scheef hangende schilderijen irritant.
Wat is het onderwerp?
Slide 18 - Open question
Deze rode lange broek vindt Marianne het mooist.
Wat is de persoonsvorm?
A
Deze rode lange broek
B
vindt
C
Marianne
D
het mooist
Slide 19 - Quiz
Deze rode lange broek vindt Marianne het mooist.
Wat is het onderwerp?
A
Deze rode lange broek
B
vindt
C
Marianne
D
het mooist
Slide 20 - Quiz
De klimaatsverandering komt niet door de stabiele zon.
Wat is de persoonsvorm?
A
De klimaatsverandering
B
komt
C
niet
D
door de stabiele zon
Slide 21 - Quiz
De klimaatsverandering komt niet door de stabiele zon.
Wat is de persoonsvorm?
A
De klimaatsverandering
B
komt
C
niet
D
door de stabiele zon
Slide 22 - Quiz
De gymdocent heeft de tennisrackets klaar gelegd.
Wat is de persoonsvorm?
A
De gymdocent
B
heeft
C
de tennisrackets
D
klaar gelegd
Slide 23 - Quiz
De gymdocent heeft de tennisrackets klaar gelegd.
Wat is het onderwerp?
A
De gymdocent
B
heeft
C
de tennisrackets
D
klaar gelegd
Slide 24 - Quiz
Welkom DTH1O!
Stillezen
Startopdracht / herhalen
Zelfstandig werken
Nieuwe stof
Aan de slag! / toets inzage
Slide 25 - Slide
Stillezen
Pak je leesboek en ga 15 minuten in stilte lezen.
Nog geen nieuw boek?
Meld bij de docent dat je er eentje gaat halen
Of ga nieuws lezen op NOS
timer
15:00
Slide 26 - Slide
Startopdracht
Wat heb je afgelopen lessen geleerd?
Slide 27 - Slide
Welk onderdeel vind je
bij stap 1?
Slide 28 - Mind map
Op welke manieren vind je
de persoonsvorm?
Slide 29 - Mind map
De acteurs gaan hun tekst oefenen.
Slide 30 - Open question
Het ijskoude water bevriest in de winter.
Slide 31 - Open question
Sep bewaart de bestanden op zijn laptop.
Slide 32 - Open question
In de pauze hebben Kim en Vera gevoetbald.
Slide 33 - Open question
Wat doe je bij stap 2?
Slide 34 - Mind map
Zinsdelen
Pieter heeft zijn spullen opgeruimd.
Sara fiets naar school.
De bus stopt bij de bushalte.
Slide 35 - Slide
Welk onderdeel vind je
bij stap 3?
Slide 36 - Mind map
Hoe vind je
het onderwerp?
Slide 37 - Mind map
De acteurs gaan hun tekst oefenen.
Slide 38 - Open question
Het ijskoude water bevriest in de winter.
Slide 39 - Open question
Sep bewaart de bestanden op zijn laptop.
Slide 40 - Open question
In de pauze hebben Kim en Vera gevoetbald.
Slide 41 - Open question
Zelfstandig werken/duo's
Eerst: ga naar hoofdstuk 1 taalverzorging grammatica pv en zinsdelen.
Maak opdracht 2 tot en met 4.
Ga naar hoofdstuk 2 taalverzorging grammatica onderwerp.
Maak opdracht 2 tot en met 4.
Klaar? Maak opdracht 5 en daarna ga je lezen.
timer
25:00
Slide 42 - Slide
Stap 4
En toen?
Slide 43 - Slide
Stap 4: werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin
Soms één werkwoord (pv), soms zijn het er meer
Slide 44 - Slide
Hoe schrijf je dan al die stappen op?
Die bloemen staan een hele week in de vaas.
Die bloemen |
staan
| een hele week | in de vaas.
pv=staan
ow=Die bloemen
wg=staan
Slide 45 - Slide
Nu jij!
1 Dit weekend wil ik mijn verjaardag gaan vieren.
2 Na het klassenfeest ruimen de leerlingen de rommel op.
timer
4:00
Slide 46 - Slide
Uitwerking
1 Dit weekend |
wil
| ik | mijn verjaardag | gaan vieren.
pv=wil
ow=ik
wg=gaan vieren
2 Na het klassenfeest |
ruimen
| de leerlingen | de rommel | op.
pv= ruimen
ow=de leerlingen
wg=ruimen op!!!
Slide 47 - Slide
Zelfstandig werken/duo's
Ga naar Nieuw Nederlands hoofdstuk 3 taalverzorging werkwoordelijk gezegde.
Maak opdracht 1 t/m 5.
Aan het einde van de les zijn 1 t/m 3 zeker af!
Helemaal klaar? Maak steropdracht 6 en daarna ga je lezen.
Slide 48 - Slide
More lessons like this
Zinsdelen 1.0
May 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Zinsdelen 1.0
May 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Zinsontleding
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Meervoud -en of -s
January 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Woordvolgorde in hoofdzin
February 2024
- Lesson with
51 slides
NT2
Hoger onderwijs
Persoonsvorm, zinsdelen en onderwerp
November 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
persoonsvorm en zinsdelen
November 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
L17 Zinsdelen
April 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs