Engels; Tekstsoorten, tekstdoelen en leesstrategieen

Lezen / kijk- en luisteren
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen / kijk- en luisteren

Slide 1 - Slide

Planning 
  • Tekstsoorten
  • Tekstdoelen
  • Leesstrategieën

Slide 2 - Slide

1. Tekstdoelen
  • Overhalen (to persuade) 
Reclames, sollicitatiebrief
  • Informatief (to inform)
Krant, weerbericht, studieboek, dienstregeling, vakblad
  • Instructief (to instruct)
Recept, handleiding
  • Amuserend (to entertain) 
Leesboeken, whatsapp, ondertitels

Slide 3 - Slide

Doel van deze LessonUp
  • Je kent verschillende tekstsoorten
  • Je kent verschillende lees en luister strategieën
  • Je oefent met deze lees en luister strategieën   

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

What is the goal of this text (tekstdoel)?
A
To persuade
B
To inform
C
To instruct
D
To entertain

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

What is the goal of this text (tekstdoel)?
A
To persuade
B
To inform
C
To instruct
D
To entertain

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

What is the goal of this text (tekstdoel)?
A
To persuade
B
To inform
C
To instruct
D
To entertain

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

What is the goal of this text (tekstdoel)?
A
To persuade
B
To inform
C
To instruct
D
To entertain

Slide 12 - Quiz

2. Oriënteren 

Vóór je gaat lezen:
1. Kijk naar de titel van de tekst maar ook naar de inleiding, tussenkopjes, plaatjes en woorden die anders gedrukt staan (schuingedrukt of vetgedrukt bijvoorbeeld). Bedenk waar de tekst over zou kunnen gaan.

2. Kijk naar hoe de tekst eruit ziet. Is het bijvoorbeeld een tijdschrift- of internetartikel, verhaal, gedicht, advertentie, brief, enzovoort.

3.Bekijk de opdracht . Kijk goed naar wat je moet doen in deze opdracht. Dat is belangrijk voor de manier waarop je de tekst gaat lezen.

Bekijk de tekst dus voor je begint met lezen!
  • Plaatjes
  • Titel
  • Tussenkopjes
  • Wat weet je er al van?

Hoe meer informatie je zoekt/vindt, hoe makkelijker het is de tekst te lezen of luisteren

Slide 13 - Slide

Lees/luisterstrategieen
3. Lees/luister strategieën
3 lees/luister strategieën
  • Skimmen
  • Zoekend lezen/scannen
  • Intensief lezen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Skimmen
Tekst lezen om ongeveer te weten waar deze over gaat. Je leest de tekst dus niet woord voor woord. Sla onbekende woorden over, let op opvallend gedrukte stukjes, en lees de eerste zin van elke alinea.

Wanneer ga je skimmen?
Bij een vraag over de hele tekst moet je skimmen (er wordt bijvoorbeeld gevraagd of het verhaal zich in Amerika of in Engeland afspeelt; je zoekt naar aanwijzingen in de tekst). 
Bij een een welke alinea zegt... vraag. Je leest dan de eerste en laatste zin van elke alinea om het antwoord op de vraag te achterhalen. 

Slide 16 - Slide

Scannen/zoekend lezen
Zoeken naar bepaalde informatie, bijvoorbeeld in welk jaar iets gebeurde of hoeveel iets kost. De rest van de tekst hoef je dan niet te lezen. Je gaat dus op zoek naar signaalwoorden (= woorden waaraan je het antwoord op de vraag kunt herkennen). Stel de vraag is "in what year was this article published?", dan hoef je niet persé de hele tekst te lezen: je gaat op zoek naar een jaargetal en leest de zin ervoor en erna om te controleren of dit de informatie is die je nodig hebt. 

Wanneer ga je scannen?
Bij een vraag naar bepaalde informatie moet je de hele tekst scannen tot je de informatie hebt gevonden.

Slide 17 - Slide

Intensief lezen
De hele tekst regel voor regel doorlezen.

Wanneer ga je intensief lezen?
Bij een vraag waarbij regelnummers gegeven worden waarin je het antwoord kunt vinden moet je meestal een hele alinea lezen.
Je gaat ook intensief lezen als ze vragen stellen over oorzaak-gevolg, over alinea volgorde of als er details genoemd worden die je niet kunt vinden door enkel te scannen. 


Slide 18 - Slide

Skimming is ...
2 correct answers
A
Reading titles, headers, subheaders
B
Look for specific information
C
Read the first (last) sentence of the paragraph
D
Read intensively

Slide 19 - Quiz

Scanning is...
(zoekend lezen)
1 correct answer
A
Reading titles, headers, subheaders
B
Look for specific information
C
Read the first (last) sentence of the paragraph
D
Read intensively

Slide 20 - Quiz

4. Woordstrategieën
Goed nieuws! Je hoeft niet elk woord uit een tekst te begrijpen om de tekst te kunnen begrijpen. De volgende slide laat jou zien wanneer het belangrijk is om de betekenis van een woord te kennen.

Slide 21 - Slide

Woordstrategieën
Is het woord belangrijk om de tekst te begrijpen?
Nee
Ja
Doorlezen/luisteren
Probeer het woord uit de context te halen
Lukt dat niet? Staat het onbekende woord in de vraag?
Dan opzoeken in het woordenboek!

Slide 22 - Slide

Today
Oefenen eindexamensite examen 2023 
  • Opdracht 1 t/m 10 
Film kijken - Freedom Writers.

Slide 23 - Slide