Groepsproces

Groepsvorming
1 / 14
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Groepsvorming

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Groepsrollen
= bepaald gedrag wat verwacht van een persoon in de groep 

Een groep kan positief of negatief zijn, hierbij horen verschillende groepsrollen. 

Positieve groep: gezagsdrager, sociaal werker, organisator, verkenner, volger, appellant & joker. 
Negatieve groep: dictator, intrigant, meeloper, zondebok. 

Slide 2 - Slide

Rollen bespreken aan de hand van Thieme document.

https://website.thiememeulenhoff.nl/binaries/content/assets/standaardsites/gripopdegroep/tools/checklist-rolherkenning.pdf
Waaraan herken je een positieve groep?
- ontspannen, gezellige en vrolijke sfeer
- respect voor elkaar (je mag zijn wie je bent)
- verantwoordelijkheid naar elkaar
- vriendelijk praten tegen elkaar
- er wordt met plezier gewerkt

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Rollen positieve groep
In een positieve groep kan iedereen de rol aannemen die bij hem past. 
Een rol is een favoriete stijl die iemand aanneemt om samen te kunnen werken. 
We kennen een aantal rollen.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Rollen positieve groep
De gezagsdrager: vertegenwoordigd de mening van de groep.
De sociaal werker: Houdt het welzijn van de groep in de gaten. 
De organisator: regelt bijna alles en is de feitelijke leider
De verkenner: neemt de initiatieven over van de organisator.
De volgers: doen wat gevraagd wordt. 
De appellant: vraagt om zorgzaamheid van de groep (ziek,verdrietig)
De joker: zorgt voor relativering (niet alles te serieus nemen) 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van een positieve groep
  • Hoog leerrendement
  • Men komt met plezier naar school
  • Conflicten worden opgelost en hebben geen blijvend effect
  • Geen pestgedrag
  • Ontwikkeling van positieve zelfbeelden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Negatief groepsklimaat
  • De onderlinge interacties hebben vooral een negatieve toon en is er weinig ruimte om jezelf te zijn. 
  • Er is binnen de groep snel sprake van boosheid en spanning.
  • De rollen binnen de groep zijn minder gelijkmatig verdeeld dan in een positieve groep en er ontstaan meer subgroepjes. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Fases van Tuckman

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Forming
  • De mensen kennen elkaar niet.
  • Er is geen verbondenheid.
  • De aandacht is vooral gericht op de centrale figuur, meestal de officiële   teamleider.
  • In deze fase zal de teamleider zijn autoriteit moeten neerzetten en de   autoriteit uitstralen die de leden van hem verwachten.
  • Of niet…

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Storming
  • Fase van conflict en chaos.
  • Verschillen, Irritaties en conflicten komen aan de oppervlakte. Worden vaak openlijk uitgespeeld.
  • Elk teamlid streeft zijn eigen standpunten en belangen na.
  • Meer ik-gevoel dan wij-gevoel.
  • Sommige groepsrollen worden duidelijk.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Norming
  • De groepsnormen worden duidelijk.
  • Deelnemers accepteren hun groepsrol.
  • Samenwerking komt op gang, de manier waarop wordt soms expliciet vastgelegd.
  • Ieder teamlid wordt zich er van bewust dat hij de ander   nodig heeft.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Performing
  • Geen individuen maar teamspelers.
  • Grote betrokkenheid bij elkaar en de teamdoelen.
  • Open communicatie, uitspreken van gevoel en het geven van feedback.
  • Een goed functionerend team.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Adjourning (afscheid nemen)
  • Een team zal weer uit elkaar vallen of deelnemers nemen   afscheid.
  • Emoties rond het afscheid.
  • Als het team doorgaat, komen ze opnieuw in de forming   fase.
  • Rollen worden herverdeeld.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Fase
In welke fase zit deze klas?
Hoe komen we naar de volgende fase?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions