Pedagogiek 2.4 begeleiden van groepen

Pedagogiek 2.4 : "Begeleiden van groepen"
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pedagogiek 2.4 : "Begeleiden van groepen"

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe zorg jij voor een veilig en positieve sfeer?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Groepsrollen
= bepaald gedrag wat verwacht van een persoon in de groep 

Een groep kan positief of negatief zijn, hierbij horen verschillende groepsrollen. 

Positieve groep: gezagsdrager, sociaal werker, organisator, verkenner, volger, appellant & joker. 
Negatieve groep: dictator, intrigant, meeloper, zondebok. 

Slide 3 - Slide

Rollen bespreken aan de hand van Thieme document.

https://website.thiememeulenhoff.nl/binaries/content/assets/standaardsites/gripopdegroep/tools/checklist-rolherkenning.pdf
Waaraan herken je een positieve groep?
- ontspannen, gezellige en vrolijke sfeer
- respect voor elkaar (je mag zijn wie je bent)
- verantwoordelijkheid naar elkaar
- vriendelijk praten tegen elkaar
- er wordt met plezier gewerkt

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Rollen positieve groep
In een positieve groep kan iedereen de rol aannemen die bij hem past. 
Een rol is een favoriete stijl die iemand aanneemt om samen te kunnen werken. 
We kennen een aantal rollen.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Rollen positieve groep
De gezagsdrager: vertegenwoordigd de mening van de groep.
De sociaal werker: Houdt het welzijn van de groep in de gaten. 
De organisator: regelt bijna alles en is de feitelijke leider
De verkenner: neemt de initiatieven over van de organisator.
De volgers: doen wat gevraagd wordt. 
De appellant: vraagt om zorgzaamheid van de groep (ziek,verdrietig)
De joker: zorgt voor relativering (niet alles te serieus nemen) 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van een positieve groep
  • Hoog leerrendement
  • Kinderen komen met plezier naar school
  • Conflicten worden opgelost en hebben geen blijvend effect
  • Geen pestgedrag
  • Ontwikkeling van positieve zelfbeelden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Negatief groepsklimaat
  • De onderlinge interacties hebben vooral een negatieve toon en is er weinig ruimte om jezelf te zijn. 
  • Er is binnen de groep snel sprake van boosheid en spanning.
  • De rollen binnen de groep zijn minder gelijkmatig verdeeld dan in een positieve groep en er ontstaan meer subgroepjes. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is groepsdynamica
A
De indeling van de groep
B
Gaat over processen die zich in de groep afspelen
C
de invloeden vanuit de maatschappij
D
Zijn de normen en waarden van een groep

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Bruce Tuckmans stadia van groepsvorming, ook bekend onder de noemer Forming – Storming – Norming – Performing is een psychologisch model uit de groepsdynamica dat ontwikkeld is door de Amerikaanse sociaal psycholoog Bruce Tuckman. Hij publiceerde hier voor het eerst over in 1965.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke fase hoort er niet bij?
A
forming
B
storming
C
Performing
D
Newforming

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Forming (oriëntatie)
  • De mensen kennen elkaar niet.
  • Er is geen verbondenheid.
  • De aandacht is vooral gericht op de centrale figuur, meestal de officiële   teamleider.
  • In deze fase zal de teamleider zijn autoriteit moeten neerzetten en de   autoriteit uitstralen die de leden van hem verwachten.
  • Of niet…

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Welke groepsvormende spellen of activiteiten ken je?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Storming (conflictfase)
  • Fase van conflict en chaos.
  • Verschillen, Irritaties en conflicten komen aan de oppervlakte. Worden vaak openlijk uitgespeeld.
  • Elk teamlid streeft zijn eigen standpunten en belangen na.
  • Meer ik-gevoel dan wij-gevoel.
  • Sommige groepsrollen worden duidelijk.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Norming (stabilisatiefase)
  • De groepsnormen worden duidelijk.
  • Deelnemers accepteren hun groepsrol.
  • Samenwerking komt op gang, de manier waarop wordt soms expliciet vastgelegd.
  • Ieder teamlid wordt zich er van bewust dat hij de ander   nodig heeft.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Performing (prestatiefase)
  • Geen individuen maar teamspelers.
  • Grote betrokkenheid bij elkaar en de teamdoelen.
  • Open communicatie, uitspreken van gevoel en het geven van feedback.
  • Een goed functionerend team.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Adjourning(beëindigingsfase)
  • Een team zal weer uit elkaar vallen of deelnemers nemen   afscheid.
  • Emoties rond het afscheid.
  • Als het team doorgaat, komen ze opnieuw in de forming   fase.
  • Rollen worden herverdeeld.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions