Taal thema 4 les 2

1 / 10
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Startoefening:
Typ de telwoorden uit deze zin:
Ik heb de eerste prijs geworden voor de hardloopwedstrijd die op vier januari was.

Slide 2 - Open question

Startoefening:
Kies het telwoord.
Vandaag is de zoveelste keer dat drie leerlingen praten.
A
vandaag
B
de
C
zoveelste
D
keer

Slide 3 - Quiz

Startoefening:
Kies het telwoord.
Vandaag is de zoveelste keer dat drie leerlingen praten.
A
dat
B
drie
C
leerlingen
D
praten

Slide 4 - Quiz

Doel bespreken
Vandaag leren we wat telwoorden zijn en kunnen we deze vinden in een zin.
We halen vandaag 3 of meer sterren. Iedereen doet mee.

Slide 5 - Slide

Uitleg
Telwoorden zijn woorden die een hoeveelheid aangeven.
Dit kunnen getallen zijn. Vier
Dit kunnen getallen met -ste erachter (rangorde). Vierde
Dit kunnen ook woorden zijn die een hoeveelheid aangeven. Meeste, veel, weinig, alles

Slide 6 - Slide

Getallen
Rangorde
Woord van hoeveelheid
beide
zevenhonderddrie
meer
vierde
enige

Slide 7 - Drag question

Zelf laten zien:
Typ alle telwoorden uit deze zin:
Ik heb de meeste antwoorden goed van de derde klas havo/vwo.

Slide 8 - Open question

Zelf laten zien:
Zitten in deze zin telwoorden die een getal zijn, rangorde zijn of woorden van hoeveelheid aangeven?
Voor de eerste keer in mijn leven vier ik mijn verjaardag.

A
getal
B
rangorde
C
woord van hoeveelheid

Slide 9 - Quiz

Zelf laten zien:
Zitten in deze zin telwoorden die een getal zijn, rangorde zijn of woorden van hoeveelheid aangeven?
Mijn broer en ik zijn beide jarig op een zondag en krijgen veel cadeaus.
A
getal
B
rangorde
C
woord van hoeveelheid

Slide 10 - Quiz