This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Slide
Startoefening: Typ de telwoorden uit deze zin: Ik heb de eerste prijs gewonnen voor de hardloopwedstrijd die op vier januari was.
Slide 3 - Open question
Startoefening: Kies het telwoord. Vandaag is de zoveelste keer dat drie leerlingen praten.
A
vandaag
B
de
C
zoveelste
D
keer
Slide 4 - Quiz
Startoefening: Kies het telwoord. Vandaag is de zoveelste keer dat drie leerlingen praten.
A
dat
B
drie
C
leerlingen
D
zoveelste
Slide 5 - Quiz
Doel bespreken
Vandaag leren we wat telwoorden zijn en kunnen we deze vinden in een zin.
Slide 6 - Slide
Uitleg
Telwoorden zijn woorden die een hoeveelheid aangeven.
Dit kunnen getallen zijn. Vier
Dit kunnen getallen met -ste erachter (rangorde). Vierde
Dit kunnen ook woorden zijn die een hoeveelheid aangeven. Meeste, veel, weinig, alles
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Getallen
Rangorde
Woord van hoeveelheid
beide
zevenhonderddrie
meer
vierde
enige
Slide 9 - Drag question
Zelf laten zien: Typ alle telwoorden uit deze zin: Ik heb de meeste antwoorden goed van de derde klas havo/vwo.
Slide 10 - Open question
Zelf laten zien: Zitten in deze zin telwoorden die een getal zijn, rangorde zijn of woorden van hoeveelheid aangeven? Voor de eerste keer in mijn leven vier ik mijn verjaardag.
A
getal
B
rangorde
C
woord van hoeveelheid
Slide 11 - Quiz
Zelf laten zien: Zitten in deze zin telwoorden die een getal zijn, rangorde zijn of woorden van hoeveelheid aangeven? Mijn broer en ik zijn beide jarig op een zondag en krijgen veel cadeaus.