Toets 3 leesvaardigheid

Toets 3 leesvaardigheid
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Toets 3 leesvaardigheid

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ons team heeft de finale van het school voetbaltoernooi gewonnen. Dat vind ik een felicitatie waard.
Dat verwijst naar:
A
Niets
B
Ons team
C
Ons team heeft de finale van het school voetbaltoernooi gewonnen
D
Schoolvoetbaltoernooi

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Gisteren heeft Simone toch nieuwe voetbalschoenen gekocht, want die waren behoorlijk afgeprijsd.
Die verwijst naar:

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een onderwerp en een deelonderwerp?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Kernzin is:
A
Zin met voorbeelden
B
Niet anders dan andere zinnen
C
Alinea
D
De zin waarin de belangrijkste mededeling van de alinea staat

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Noem een voorbeeld
van een tekstsoort

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Noem een tekstdoel

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn voorbeelden van tekstdoelen?
A
artikel, tijdschrift, krant
B
informeren, amuseren, activeren, overtuigen
C
informerende tekst, activerende tekst, amuserende tekst

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Welke tekstsoort zie je hier?
A
strip
B
nieuwsartikel
C
recensie
D
handleiding

Slide 9 - Quiz

Begeleide inoefening
Laat uw leerlingen eerst individueel de vraag beantwoorden. Dit kan d.m.v. een wisbordje/kladblaadje, maar ook door gebruik te maken van een laptop, tablet of telefoon.
U heeft in deze fase de tijd om te observeren hoe uw leerlingen deze vragen aanpakken. Indien leerlingen nog uitvallen, kunt u aan de instructietafel gericht aan de slag met verschillende tekstsoorten, doelen van schrijvers, en leesdoelen van de lezer. U kunt hiervoor de remediëringsbladen gebruiken (strategie 1, 2 en 7).
Wat is het belangrijkste doel van de volgende tekstsoorten: klachtenbrief, betoog, recensie bij een boek.
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste doel van de volgende tekstsoorten: sprookje, kort verhaal, volksverhaal, strip, mop, songtekst.
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van een signaalwoord.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Indeling tekst
A
Amuseren, middenstuk,slot
B
Inleiding, middenstuk, hoofdgedachte
C
Titel, middenstuk,slot
D
Inleiding, middenstuk, slot

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort NIET bij de indeling van een tekst?
A
inleiding
B
middenstuk
C
deelonderwerp
D
slot

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk tekstverband herken je?

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Signaalwoorden gebruik je om samenhang te krijgen in een tekst.
Juist
Onjuist

Slide 16 - Poll

This item has no instructions


“Wanneer het volle maan is  
 en de maan het  dichtst bij  
 de aarde staat ...” Van welk  
 tekstverband is hier sprake? 
A
volgorde in tijd
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
opsomming

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk tekstverband herken je in
deze zin?
A
voorbeeld
B
oorzaak-gevolg
C
tegenstelling
D
volgorde van tijd

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk tekstverband herken je?

Veel jongeren willen in de vakantie bijverdienen, maar er is dit jaar weinig vakantiewerk te vinden.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
C
tegenstellend verband

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Oefenen en leren
Klas 1: 2.1, 2.2 en 2.3
Klas 2: 2.1, 2.2 en 2.3
Klas 3: 2.1 en 2.2

Slide 20 - Slide

This item has no instructions