2.2 stoffen en mengsels NOVA

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

        Hst 2.2 zuivere stoffen

 en mengsels

Leerdoelen

2.2.1 Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.

2.2.2 Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.

2.2.3 Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren.

Zuivere stof of mengsel 

Een zuivere stof bestaat uit 1 soort molecuul

Een mengsel bestaat uit meerdere soorten moleculen.

Zuivere stof

Bestaat uit één soort stof (molecuul)

Mengsels

Een mengsel bestaat uit twee of meer stoffen (moleculen)

Schone lucht is een

1. mengsel
2. zuivere stof

Welke van de volgende stoffen is een mengsel

1. bronwater
2. keukenzout
3. pindakaas
4. cola

mengsels kun je mengen met een zuivere stof

1. ja
2. nee

Als ik twee zuivere stoffen met elkaar meng krijg ik een

1. mengsel
2. zuivere stof

Oplossing

Als een stof goed oplost in een vloeistof

De oplossing is helder

Suspenties

Een vaste stof die niet oplost in vloeistof

Is troebel, je kunt er niet doorheen kijken

Een oplossing is altijd

1. Kleurloos
2. Troebel
3. Helder
4. Wit

Modder is een

1. oplossing
2. suspensie

Zeewater is een ...

1. Suspensie
2. Oplossing

Een suspensie is een:

1. Is troebel je kunt er niet doorheen kijken
2. Is helder je kunt er doorheen kijken

Wat voor soort mengsel is cola?

1. oplossing
2. suspensie

Mengsels extraheren en filtreren

maken de vragen van paragraaf 2.2