Le siècle des Lumières (1715-1800) et le Romantisme (1800-1850)

De eeuw van de Verlichting
  • De absolute macht van het koningshuis staat ter discussie vanwege de onvrede onder de bevolking die uitgebuit wordt en de idealen van de verlichtingsfilosofen die naar vrijheid van meningsuiting streven en naar tolerantie en gelijkheid. 

  • Het uitbreken van de Franse Revolutie in 1789.
  • De literatuur staat in het teken van kennis en opvoeding
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides and 7 videos.

Items in this lesson

De eeuw van de Verlichting
  • De absolute macht van het koningshuis staat ter discussie vanwege de onvrede onder de bevolking die uitgebuit wordt en de idealen van de verlichtingsfilosofen die naar vrijheid van meningsuiting streven en naar tolerantie en gelijkheid. 

  • Het uitbreken van de Franse Revolutie in 1789.
  • De literatuur staat in het teken van kennis en opvoeding

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Montesquieu - de briefroman
Tijdens de Verlichting riskeerden kritische filosofen de doodstraf als ze kritiek hadden op de Staat of het Koningshuis.
Montesquieu vond hier iets op. Hij schreef Les Lettres Persanes. 
Les Lettres Persanes bestaat uit een briefwisseling tussen twee Perzen die naar Frankrijk reizen en hun ervaringen beschrijven (met de blik van een buitenstaander) in brieven aan familieleden en vrienden. Om de censuur te omzeilen zegt Montesquieu in het voorwoord dat de brieven vertalingen zijn van authentieke (dus niet door hemzelf geschreven) brieven.  Op deze manier kan Montesquieu kritiek uiten op de Franse staatsinrichting, de Franse gewoontes, op de kerk en zelfs op de paus.  Net als in de vroeg-Renaissance boeken Gargantua en Pantagruel van  Rabelais gebruikt Montesquieu HYPERBOLEN (overdrijving) om zijn verbazing geloofwaardig te maken. Maak opdrachten 1 en 2 op p. 49 uit je literatuurboek.

Slide 5 - Slide

Voltaire - le conte filosophique
Candide ou l’Optimisme
In dit boek uit Voltaire zijn kritiek op de levensvisie van de filosoof Leibniz die beweert dat alles in het leven een bedoeling heeft en uiteindelijk ten goede leidt. Candide is een naïeve jongen die van zijn leermeester Pangloss de ideeen van Leibniz voorgeschoteld krijgt. Als Candide verjaagt wordt van het kasteel waar hij woont en hij vol goede moed de wereld in trekt wordt hij geconfronteerd met natuurrampen en allerlei vormen van maatschappelijk onrecht. Voltaire uit in het boek ook kritiek op de monarchie, en op onderwerpen als religie, slavernij.
Niet erg verwonderlijk dus dat hij zijn boek publiceert onder een pseudoniem.

Maak opdrachten 3, 4 en 5 op p. 50-53 uit je literatuurboek.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Diderot - l’Encyclopédie (non fictie)
  • 28 delen
  • Denis Diderot is redacteur, samen met Jean d’Alembert
  • Vrijwel alle grote filosofen leveren artikelen (waaronder Montesquieu, Voltaire en Rousseau)
  • De Encyclopedie wil een overzicht bieden van alle bestaande kennis op het gebied van o.a. kunst, mechanica, economie, natuurkunde, religie en politiek.
  • Het doel is ‘changer la façon commune de penser’ door in dit verzameld werk de verlichte ideeen onder de aandacht van een breed publiek te brengen.
  • De encyclopedie wordt zonder overleg met de redacteuren door de uitgeverij gecensureerd en het werk wordt meerdere malen verboden, onder andere door koning Louis XV en door de paus.

Maak opdracht 7 op p. 55 uit je literatuurboek.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Rousseau - Émile ou De l’éducation
Vanuit zijn ideaal van de état de nature is de mens volgens Rousseau van nature goed. Vanuit dit ideaal ontstaat de mythe van de Bon Sauvage (onbedorven natuurmens).
Dit beeld klinkt ook door in de ideeen van Rousseau over het onderwijs. In 
Émile ou De l’éducation’ pleit hij ervoor om kinderen in de natuur en zonder inmenging van de maatschappij op te voeden. Rousseau vindt dat je een kind niet moet dwingen om te leren. Het kind bepaalt zelf wanneer het ergens aan toe is. Rousseau heeft hiermee veel latere pedagogen geïnspireerd.

Maak opdracht 8 op p.56 van je literatuurboek

Slide 11 - Slide

Le Romantisme (1800-1850)
  • De Romantiek zet zich af tegen de strenge regels van het classicisme onder Louis XIV én tegen het rationalisme van de Verlichting.
  • Men gelooft niet meer dat de Rede alle problemen kan oplossen of dat vooruitgang per definitie goed is.
  • Het gevoel en de verbeelding staan voorop.

Slide 12 - Slide

Sociale, politieke en maatschappelijke omstandigheden
  • In het filmpje over de Franse Revolutie eerder in deze presentatie hoor je hoe het laatste decennium van de 18e eeuw en de hele 19e eeuw in Frankrijk worden gekenmerkt door onrust op politiek gebied. 
In deze periode verandert Frankrijk van een agrarische in een industriële samenleving. De uitvinding van de stoommachine markeert het begin van de Industriële Revolutie. 
  • Boeren verlaten massaal het platteland om werk te gaan vinden in de stad : er ontstaat een arbeidersklasse die in slechte omstandigheden moet werken voor een laag salaris. Door de grote toestroom van nieuwe stadsinwoners worden er snel goedkope en slecht gebouwde woningen opgetrokken. 

Slide 13 - Slide

De Romantische literatuur
  • Le mal du siècle -> invloed op de literatuur:

  1. Romantische schrijvers als Victor Hugo stellen de misstanden in de maatschappij aan de kaak stellen in het genre van de roman social (het harde bewind van keizer Napoleon, de negatieve gevolgen van de industriële revolutie voor de arbeiders ...)
  2. Romantische schrijvers die vluchten uit het hier en nu. Het werk van deze schrijvers speelt zich af in het verleden en in al dan niet denkbeeldige oorden in verre landen. De natuur is een enorme bron van inspiratie voor de schrijvers van de romantiek. De ongerepte natuur als tegenhanger voor de verstedelijkte maatschappij met al zijn vuiligheid, ziektes, armoe en ellende. 

  • Le culte du moi (het individu met zijn persoonlijke gevoelens): er wordt geschreven vanuit een ik-perspectief over de persoonlijke beleving. 
  1. Hieruit ontstaan proza genres als het dagboek en de autobiografische roman.
  2. In de Romantische poëzie wordt teruggegrepen naar de Middeleeuwen en de middeleeuwse LYRIEK. In deze poëzievorm wordt de ik-persoon gebruikt om persoonlijke gevoelens te uiten en om zich te verhouden tot de omgeving.

Slide 14 - Slide

Alphonse de Lamartine - La poésie Lyrique 

(Vader van de Franse Romantiek).

In de lyrische poëzie is de liefde het belangrijkste thema, met een voorkeur voor onmogelijke of tragische liefdes. Lyrische poëzie drukt in de ik-vorm heftige emoties uit waarbij vaak METAFOREN uit de natuur worden gebruikt.

Slide 15 - Slide

Victor Hugo - Le Roman Social
Het genre van de Roman Social omvat spannende boeken voor een groot/breed publiek waarin de problemen van het gewone volk centraal staan. De schrijvers zetten de ellende dik aan om medelijden en verontwaardiging bij de lezer op te wekken. Het doel van de schrijvers is om daarmee een aanzet tot verandering te geven. 

Een bekend voorbeeld van een roman social is het werk Les Misérables van Victor Hugo. 

Les Misérables van Victor Hugo wordt in delen uitgegeven en is een doorslaand succes. Mensen wachten vanaf 6 uur ‘s morgens in de rij om het vervolg te kunnen lezen. Lezers herkennen zich in de problemen.


Slide 16 - Slide

Spleen en Idéal - vlucht uit het hier en nu
Sommige DICHTERS willen in hun werk graag de werkelijkheid ontvluchten.
Dit wordt aangeduid met Mal du Siècle of Spleen.
Ze geven uiting aan hun escapistisch verlangen door te schrijven over het verleden, de natuur of verre en exotische oorden. Er word een contrast neergezet tussen de grauwe werkelijkheid en het gedroomde ideaal.

Charles Baudelaire en zijn dichtbundel Les Fleurs du Mal
Terwijl andere dichters hun inspiratie vinden in de natuur beschrijft Baudelaire un deze bundel het leven in de stad. Hij voelt zich aangetrokken tot de moderne cultuur en ziet de schoonheid van het lelijke en het slechte.  De publicatie veroorzaakt een schandaal en sommige ‘aanstootgevende’ gedichten mogen tot 1949 niet herdrukt worden ....


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Leerdoelen literatuurgeschiedenis
  • Politieke, religieuze, economische en sociale omstandigheden per periode kunnen beschrijven en kunnen aangeven hoe die omstandigheden van invloed waren op de literatuur uit die tijd
  • ontwikkeling van de taal in de loop der tijd kunnen beschrijven en de invloed van die ontwikkeling op de literatuur (in de MA bijvoorbeeld verschil langue d'oc en langue d'oil; in de Renaissance werd de Franse taal verrijkt met klassieke en Italiaanse elementen om de taal de status van het Latijn te geven)
  • literaire genres met bijbehorende kenmerken kunnen noemen 
  • belangrijkste schrijvers en hun werken kunnen benoemen   
  • bronteksten kunnen herkennen aan specifieke kenmerken en kunnen plaatsen in een historisch literaire periode of een literaire stroming 

Slide 19 - Slide