Frau Podolski, haben Sie (uw)……...Tickets dabei?
Mevrouw Podolski, heeft u uw tickets mee?
stap 1: in welke naamval staat "uw tickets"
Wie heeft mee? = mevrouw Podolski = onderwerp (1e naamval)
Wat heeft mevrouw Podolski mee? = uw tickets = lijd vw (4e nv)
stap 2: vertaal "uw"
uw = bezittelijk vnw = ein Gruppe = Ihr-
stap 3: schema gebruiken = volgende bladzijde