H3 Spelling en toets pww1

timer
1:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Doelen
1. Ik herhaal tekstverbanden die ik eerder heb geleerd. 
2. Ik weet welke signaalwoorden bij welk tekstverband horen en kan deze herkennen in de tekst.
3. Ik weet wanneer ik een koppelteken moet gebruiken. 
4. Ik weet wat ik kan verbeteren voor Nederlands in de tweede periode op basis van de toets in de eerste proefwerkweek. 


Slide 2 - Slide

Huiswerk nakijken 
Maak van H3 Lezen opdracht 2. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Welk verschil maakt het koppelteken in deze kop van de tekst?

Slide 5 - Open question

Geef de juiste spelling aan van het T-shirt dat hiernaast is afgebeeld. Neem de kleuren mee in het antwoord.

Slide 6 - Open question

Kahootquiz maken over H3 Spelling

  • Neem de theorie door op pag. 98
  • Maak op basis van de indeling hiernaast 5 vragen die je op een toets zou kunnen stellen over deze theorie.
  • Meerkeuzevragen met antwoordmogelijkheden. 
  • 10 min. 
  • Kahoot volgende week spelen. 
  • Stuur de vragen en antwoorden door naar de docent in een Word-document (Geen eigen Kahoot maken). 
Indeling

  • bulletpoint nr 1
  • bulletpoint nr. 2
  • bulletpoint nr. 3
  • bulletpoint nr. 4
  • bulletpoint nr. 5
  • bulletpoint nr. 6
  • bulletpoint nr. 7 (weglatingsstreepje)


timer
1:00

Slide 7 - Slide

Kahoot

Slide 8 - Slide

Koppel- en weglatingsteken
  1. Onoverzichtelijke samenstellingen: doe-het-zelf-winkel.
  2. Samenstellingen met klinkerbotsingen: café-eigenaar.
  3. Samenstellingen 2 gelijkwaardige woorden: zwart-wit (zwartwit = andere betekenis).
  4. Samenstellingen met letters, cijfers, andere tekens, afkortingen en Sint (St.) = $-teken, vwo-leerling, 4-jarige, Sint-Nicolaas, B-merk.  
  5. Aardrijkskundige namen, of afleidingen ervan: Noord-Hollandse kaas
  6. Samenstellingen met voorvoegsels: bijna-botsing (anti, oer-, on- en pro- alleen bij samenstelling met hoofdletter erachter anti-Europees maar antikraak).
  7. Als je een deel van een samengesteld woord weglaat: start- en landingsbaan maar lage en hoge cijfers. 


Slide 9 - Slide

Opdracht A

Arceer in de tekst alle signaalwoorden en benoem daarbij het tekstverband.
Opdracht B

Maak zelf een toets over signaalwoorden en tekstverbanden. 

5 meerkeuzevragen
10 open vragen
Opdracht C

Leestekst met opdrachten.
Tot 15.20 uur aan het werk.
Vragen of klaar? Vinger opsteken, kom ik bij je!

Slide 10 - Slide

Toetsen periode 1
Leestoets: hoofdstuk 1 + 2 (2x)
Schrijfdossier zakelijke e-mail (1x)
Fictieopdracht boek 1 Leesdossier (0,5x)
Proefwerkweek hoofdstuk 1 + 2 (3x)

Slide 11 - Slide

Toets proefwerkweek
Hoofdstuk 1+2
Telt 3x mee
Max. 48,5 punt, N=1,0


Slide 12 - Slide