Peda - jaar 2 OA - periode 1 - les 3 - week 4

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 2

Pedagogiek 

Les 3. Primair onderwijs en BSO

Nodig: werkblad

Studenten: Laptop voor opdracht favo docent

STARTER

Nodig: papier en stiften

Verdeling in groepen A, B en C

Teken in 1 minuut een huis.... 

A. Zonder je handen te gebruiken

B. Met je ogen dicht

C. Al hinkelend

Laat het resultaat zien!

Inhoud

Programma vandaag & leerdoelen

• Starter
• Opdracht en theorie
• Energizer
• Theorie en 2 opdrachten
• Afronding

Leerdoelen

• De student kan uitleggen wat passend onderwijs is en hoe een ondersteuningsprofiel werkt;
• De student kan de verschillende faciliteiten en soorten opvang van een school benoemen;
• De student kan uitleggen hoe groepen op een basisschool kunnen worden samengesteld.

Hoe zat het ook alweer?

Wat houdt adaptief leren in?

1. Scholen die uitgaan van een bepaalde levens- of geloofsovertuiging of onderwijsvisie en die geen openbare school zijn
2. Onderwijs waarbij je zo goed mogelijk omgaat met verschillen tussen kinderen en aansluit bij de ontwikkelingsmogelijkheden en de behoeften van elk kind
3. Het aanbieden van lesstof in kleine hapklare brokken gedurende de dag
4. Het leren als een spel aanbieden

Weten de studenten wat de andere omschrijvingen betekenen? In groepjes/tweetallen raden

A = bijzonder onderwijs 

C = microlearning

D = gamification

Opdracht 1. 

In tweetallen: zoek de volgende begrippen op en omschrijf om de beurt een begrip in je eigen woorden. De ander controleert: klopt het?

 

• Combinatiegroep
  
• Homogene groep
  
• Homogene populatie (blz 28)
  
• VVE -> wat is hier het voordeel van?
  
• Wet OKE
  
• Ouderbetrokkenheid
  
• Schoolondersteuningsprofiel
  
• Leerling- en onderwijsvolgsysteem
  
• Zorgplicht
  
• Inclusie

Mijn stageklas is een....

Combinatiegroep

Homogene groep

Iets anders

Waar denk jij aan bij passend onderwijs?

Uitganspunten passend onderwijs

Adaptief onderwijs​: zoeken naar manieren om te voldoen aan de verschillen van onderwijsbehoeften​

Passend onderwijs​: alle kinderen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Kan een school dit niet bieden dan hebben ze zorgplicht en moeten ze op zoek naar een geschikte school.

Ondersteuningsprofiel: welke ondersteuning kan een school bieden?

• Hierin staat wat de school wel en niet kan bieden aan de leerlingen (bv: expertise in begeleiden van leerlingen met vormen van ASS of hoogdbegaafdheid)
• Komt een leerling niet mee, dan extra ondersteuning afgestemd op de behoefte van de leerling
• Vaak worden kinderen besproken in zorgadviesteams (intern begeleider pakt dit meestal op)

https://www.steunpuntpassendonderwijs-povo.nl/

https://www.samenwerkingsverbandenopdekaart.nl/

• De school gebruikt een LOVS (Leerling- en Onderwijs VolgSysteem)

Energizer!

Psychiatertje!

Twee leerlingen zijn de psychiaters en gaan de klas uit. De rest van de klas

spreekt af dat ze een bepaalde ‘kwaal’ hebben. Dat kan lichamelijk of geestelijk zijn. Een lichamelijke kwaal is bijvoorbeeld, dat iedereen aan zijn neus krabt als hem iets gevraagd wordt. Een geestelijke kwaal is bijvoorbeeld, dat je in al je antwoorden een kleur noemt. Dan komen de psychiaters terug en die mogen de leerlingen vragen stellen, bijvoorbeeld: “Wat heb je vandaag allemaal gedaan?” En in het antwoord moet dan de kwaal verwerkt zijn. Dus het kind krabt even aan zijn neus, of zegt: “Ik heb een mooie tekening gemaakt met mijn blauwe kleurpotlood.” De psychiaters moeten raden wat de kwaal is.

Soorten opvang

Welke soorten opvang en scholen zijn er? 

VSO, TSO, NSO en BSO (natuur-BSO)

Brede buurtschool (vooral in achterstandswijken)

Centrum v/d buurt waar onderwijs, opvoeding, sociaal- en cultureel werk en jeugdhulpverlening bij elkaar komen

Integraal kindcentrum​

Opvang voor kinderen van 0-12 jaar. De verschillende soorten opvang vinden op 1 locatie plaats. ​Specialisten.

Homogene populatie: iedereen ongeveer dezelfde gewoontes heeft. ​

​

Kort

Wat heeft jouw stageschool allemaal in huis?
VSO, TSO, NSO, BSO - is het een IKC of brede school?

Weet je het niet? Zoek het op

Opdracht 2.

Welke verschillen maak jij mee in de klas? 

Maak een lijstje voor jezelf binnen 1 minuut. 

Wandel en wissel 3 keer uit!

1. Interpersoonlijk competent

2. Pedagogische competent

3. Vakinhoudelijke en didactischer competent

4. Organisatorisch competent

5. Competent in samenwerking met collega’s

6. Competent in het samenwerken met de omgeving

7. Competent in reflectie en ontwikkeling

8. Competent in het omgaan met werkdruk

Een verschil in jouw klas dat eruit sprong

Opdracht 3 - casus

Kies in een groepje van 3 of 4 een van de verschillen uit (dat kan van alles zijn). 

Welke is lastig of uitdagend? 

Verzin eerst voor jezelf in 1 minuut wat een goede oplossing of aanpassing zou zijn.

Daarna bespreek je samen zoveel mogelijk tips/oplossingen. 

Bedenk een conclusie

Mogelijke casussen: 

• Jongen met dyslexie - heeft bij spelling steeds het gevoel te falen
• Meisje dat haar been heeft gebroken en thuis onderwijs moet volgen
• Leerling dat nauwelijks Nederlands spreekt 
• Een jongen met driftbuien 
• Een leerling dat niet tot werken/leren komt. Steeds afgeleid is en niet weet waar hij/zij moet beginnen. 

Benoem per groepje de casus (verschil) en de oplossing

Wat vond je van de les?
Tip/top??

0100

Afronding

Huiswerk

• Lees 1.4 vast

Stage

• Vraag of bekijk op je stage hoe er om wordt gegaan

      met verschillen/ passend onderwijs. 

• Wat voor expertise hebben zij in huis?