This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Genetica h4 les 1
Slide 1 - Slide
Genotype en fenotype
Fenotype = Alle waarneembare eigenschappen van een individu
Haarkleur, oogkleur, maar ook bloedgroep en afwijkingen zoals kleurenblindheid etc.
Genotype = De informatie voor alle erfelijke eigenschappen
Ook wel de genetische code
Slide 2 - Slide
Als een rups metamorfose ondergaat wordt het een vlinder. Verandert dan het fenotype, genotype of allebei?
A
Fenotype
B
Genotype
C
Allebei
Slide 3 - Quiz
Chromosomen
46 chromosomen
23 paren -> homoloog
Homologe chromosomen
bevatten informatie voor
dezelfde eigenschappen
44 autosomen
2 geslachtschromosomen
XX of XY
Slide 4 - Slide
Hoeveel procent van het genotype van een individu is afkomstig van de vader?
Slide 5 - Open question
DNA
Gen = deel van een een chromosoom
wat informatie voor één
erfelijke eigenschap bevat.
Allel = Variatie in de eigenschap,
bv bruin of blond haar
Slide 6 - Slide
DNA
Binas 71B+C
Slide 7 - Slide
Groot
Klein
Sleep van groot naar klein
Chromosoom
Gen
Nucleotide
Stikstofbase
Slide 8 - Drag question
Genotype
Homozygoot = twee keer hetzelfde allel AA of aa
Heterozygoot = twee verschillende allelen Aa
Genotype wordt aangegeven met 2 letters, want je hebt per gen 2 chromosomen die de eigenschap bepalen.
Slide 9 - Slide
Dominant en recessief
Heterozygoot heeft beide allelen (Aa), maar er komt maar één tot uiting in het fenotype.
Dominante alles (A) is sterker dus die komt terug. Recessief allel allen in heterozygote vorm (aa)
Slide 10 - Slide
Uitzonderingen
Onvolledig dominant: recessieve allel komt beetje tot uiting in het fenotype bij een heterozygoot organisme
intermediair: fenotype waarbij beide allelen van een als mengvorm tot uiting komen
codominant: fenotype waarbij beide allelen volledig tot uiting komen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Hoeveel allelen voor oogkleur komen voor in een geslachtscel. (
Slide 13 - Open question
In afbeelding is een lichaamscel van Sjors schematisch getekend met daarin chromosomen en allelen. Leg uit voor hoeveel eigenschappen Sjors homozygoot is.
Slide 14 - Open question
Fruitvliegen hebben acht chromosomen in hun lichaamscellen. Hoeveel chromosomen bevat een eicel van een fruitvlieg?
A
16
B
8
C
4
D
0
Slide 15 - Quiz
Fruitvliegen hebben acht chromosomen in hun lichaamscellen. Hoeveel paar homologe chromosomen bevat een zaadcel van een fruitvlieg?