theme 3 Grammar 7 can/to be able to

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Can / To be able to

Stepping Stones
Theme 3
Grammar 7

Can do statement

I can use 'can' and 'be able to' in past, present and future tense.

I can form verbs 'can' and 'to able to' in different tenses.

Can

Ne = kan, kunnen
Can + hele werkwoord
Could in de verleden tijd gebruiken.

Gebruik: als je praat over vaardigheden die je geleerd hebt.
Peter can sing very well.

Can

Can in een vraag: 
can vooraan zetten, gevolgd door het onderwerp en het tweede werkwoord.

Can you speak three different languages?

Can

Can in een ontkenning:
not toevoegen aan can > can't/cannot.
Er verandert verder niets aan de zin.

He can't swim very fast.

To be able to

NE = in staat zijn om...
Juiste vorm van 'to be' gebruiken.
am/are/is > tegenwoordige tijd
was/were > verleden tijd
will > toekomst

Na 'to be able to' volgt het hele werkwoord.

To be able to

Vragen maken: vorm van 'to be' vooraan zetten, gevolgd door het onderwerp en able to + hele werkwoord.

Are you able to come to my party tonight?

To be able to

Ontkenningen maken:

1. not toevoegen aan de vorm van 'to be'.
She was not able to come.

2. to be unable to
She was unable to come.

Formeel / informeel

Can gebruiken in informele zinnen
en
to be able to in formele zinnen.

Oefenen

Do ex E12,E13 in your online book!