Grammatica

Wat is het onderwerp in deze zin?

Ik kom samen met Richard een uurtje later vanavond.

A
een uurtje later
B
samen met Richard
C
kom
D
Ik
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
NederlandsWOStudiejaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat is het onderwerp in deze zin?

Ik kom samen met Richard een uurtje later vanavond.

A
een uurtje later
B
samen met Richard
C
kom
D
Ik

Slide 1 - Quiz

Benoem het meewerkend voorwerp.

Binnenkort gaat de leraar zijn leerlingen een toets grammatica geven.
A
Binnenkort
B
de leraar
C
zijn leerlingen
D
een toets grammatica

Slide 2 - Quiz

Benoem de bijwoordelijke bepaling:

De docent gaf haar leerlingen een extra les over grammatica op 5 september.
A
Een extra les
B
De docent
C
op 5 september
D
over grammatica

Slide 3 - Quiz

Het jongetje loopt naar school.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 4 - Quiz

Benoem het lijdend voorwerp.

Thomas heeft Marieke bloemen gegeven.

A
Er is geen lijdend voorwerp
B
Thomas
C
Marieke
D
bloemen

Slide 5 - Quiz

In een naamwoordelijk gezegde......
A
zit soms een lijdend voorwerp
B
nooit een lijdend voorwerp
C
altijd een lijdend voorwerp
D
ik pas

Slide 6 - Quiz

Mijn zus is vervelend.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 7 - Quiz

Benoem het naamwoordelijk deel:
Mijn zus is vervelend?
A
Vervelend
B
Mijn zus
C
Is

Slide 8 - Quiz

Benoem het naamwoordelijk deel.

Die leerling is echt ontzettend goed in grammatica geworden.

A
in grammatica
B
Die leerling
C
is geworden
D
echt ontzettend goed

Slide 9 - Quiz

Voorzetselvoorwerp

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide