Taalverzorging les 3


Taalverzorging
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


Taalverzorging

Slide 1 - Slide

Programma
- Planning tot nu toe
- Herhaling
- Theorie
- Aan de slag in de methode

Slide 2 - Slide

Planning tot nu toe
Algemene spelling: theorie & korte oefening
- Aaneenschrijven van woorden
- Meervoud

- Werkblad verkleinwoorden via Teams

Slide 3 - Slide

Schrijf de samenstelling op:
gedachte + gang

Slide 4 - Open question

Schrijf de samenstelling op:
station + straat

Slide 5 - Open question

Schrijf de samenstelling op:
radio+omroep

Slide 6 - Open question

Schrijf de samenstelling op:
boek+plank

Slide 7 - Open question

Schrijf het meervoud op:
perzik

Slide 8 - Open question

Schrijf het meervoud op:
bacterie

Slide 9 - Open question

Schrijf het meervoud op:
politicus

Slide 10 - Open question

Schrijf het meervoud op:
opa

Slide 11 - Open question

Schrijf het verkleinwoord op:
Hok

Slide 12 - Open question

Schrijf het verkleinwoord op:
Opa

Slide 13 - Open question

Schrijf het verkleinwoord op:
Café

Slide 14 - Open question

Schrijf het verkleinwoord op:
gum

Slide 15 - Open question

Hoofdletter
- Aan het begin van een zin. ('s Morgens gaan we zwemmen)
- Bij voornamen, voorletters en achternamen van personen. Ook bij een dubbele achternaam
Hilde Dorsman
Dirk van Dam
meneer Van Dam (voornaam is niet bekend dus voorvoegsel moet met een hoofdletter

Slide 16 - Slide

- Aan het begin van een directe rede (citaat): Hij zei: ‘Ik ga vanavond naar de bioscoop.’ 

- Bij namen van bedrijven en merken
Coca-Cola
- Aardrijkskundige namen:
Duitsland

Slide 17 - Slide

- Een geografisch, economisch of politiek gebied net als namen van plaatsen, landen, streken, rivieren, bergen, hemellichamen
Ons zonnestelsel heeft de planeten: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus
- Alleen als een windrichting onderdeel is van een aardrijkskundige naam krijgt deze een hoofdletter
Noord-Brabant, noord, oost 
- Een geografisch, economisch of politiek gebied net als namen van plaatsen, landen, streken, rivieren, bergen, hemellichamen
Ons zonnestelsel heeft de planeten: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus

- Alleen als een windrichting onderdeel is van een aardrijkskundige naam krijgt deze een hoofdletter
Noord-Brabant, noord, oost 

Slide 18 - Slide

noord- N
noordoost - NO

- Producten vernoemd naar een plaats of streek
champagne

Slide 19 - Slide

- Feestdagen en historische gebeurtenissen
Uitzondering --> kerstmarkt, paasei

- Heilig persoon of heilig begrip
God, Bijbel
uitzondering --> exemplaar
een mooi uitgegeven bijbel

Slide 20 - Slide

- islam, protestants (kleine letter)

- dagen, seizoenen (kleine letter)

Slide 21 - Slide

Afkortingen
- Namen van ziektes, wetten of organisaties
AOW
ADHD
ANWB

Uitzondering --> aids (voldoende ingeburgerd)

Slide 22 - Slide

Namen van opleidingen (kleine letter)
vmbo
mbo
havo
hbo
Afkortingen vanuit een andere taal:
ICT

Slide 23 - Slide

Leestekens
Punt                                                                 
Vraagteken
Uitroepteken
Komma
Dubbele punt
Puntkomma
Aanhalingstekens

Slide 24 - Slide

Punt
- aan het einde van een zin
- Bij afkortingen
d.m.v.
bijv. 

- letterwoorden (geen punt) --> VARA, KRO, wc, tv


Slide 25 - Slide

Vraagteken en uitroepteken
- Na een vraagzin
Geen vraagteken:
- Wanneer je zegt dat iemand iets vraagt: Kees vraagt of je morgen ook naar zijn feest komt. 
-
Wanneer de vraag schreeuwend overkomt: Wat heb jij mij aangedaan! 

Slide 26 - Slide

Uitroepteken:
- Ter afsluiting van een zin wanneer je schreeuwt of iemand iets beveelt. 

Pas op!

Slide 27 - Slide

Let nou toch eens op

Slide 28 - Open question

Komma
- In opsommingen
Zij schrijft artikelen, essays, romans, verhalen en columns

- Tussen gelijkwaardige bijvoegelijke naamwoorden
Oma had een mooie, oude, donkere linnenkast


Slide 29 - Slide

Wanneer er extra informatie wordt gegeven:
Schultz van Haegen, de minister van Infrastructuur en Milieu, is rijk. 

Na een aanhef of slotgroet
Geachte heer/mevrouw,
Met vriendelijke groet,

Slide 30 - Slide

Na een tussenwerpsel:
Bah, dat was vies.

Voor en/of na een aanspreking:
Sanne, heb je het naar je zin hier?
Lukt dat deze week nog, papa?

Slide 31 - Slide

Tussen twee werkwoorden:
Wat zij gepresteerd heeft, is heel opmerkelijk. 

Voor voegwoorden als hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien.

Niet voor de voegwoorden 'dat', 'en' & 'of'
Morgen ga ik wandelen en fietsen
Tussen twee werkwoorden:
Wat zij gepresteerd heeft, is heel opmerkelijk.
Voor voegwoorden als hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien.
Niet voor de voegwoorden 'dat', 'en' & 'of'
Morgen ga ik wandelen en fietsen

Slide 32 - Slide

met kerstmis heb ik kerstvakantie dus ga ik kerst vieren met mijn familie bij café zeezicht in bloemendaal

Slide 33 - Open question

Dubbele punt
Om tekst die letterlijk gezegd is in te leiden
Jan zei: 'Kira regelt al het lekkers voor vanavond.'

Om een opsomming of verklaring in te leiden
Joris heeft drie katten: Mila, Jop en Maya

Slide 34 - Slide

Mijn verlanglijstje voor sinterklaas is erg lang en er staat op sokken, een telefoonhoesje en een fotolijstje

Slide 35 - Open question

Puntkomma
Het voordeel van in de stad wonen is:
- dat je geen auto nodig hebt om leuke dingen te doen;
- dat je winkels, restaurants en kroegen  in de buurt hebt;
- dat openbaar vervoer goed geregeld is. 

Slide 36 - Slide

Aanhalingstekens
Dubbele aanhalingstekens:
1. een hele zin citeren
"Ik houd niet van spruiten", zei ik. 
2. Een onderbroken citaat
"Waarom", wilde mijn moeder weten, "ga je naar zo'n gevaarlijk land?"

Slide 37 - Slide

Als een deel van een zin is geciteerd:
Er stond heel duidelijk “verboden te parkeren”.

Slide 38 - Slide

Enkele aanhalingstekens
Als een woord 'ironisch' wordt bedoeld:
Dat was weer een 'geslaagde' grap

Om titels weer te geven:
Bekende reistijdschriften die ik lees zijn: 'Columbus' en 'Lonely 'Planet'


Slide 39 - Slide

Om duidelijk te maken dat het om een zelfbedacht woord gaat.
Nederland is een echte 'thuiswerkeconomie' geworden. 

Slide 40 - Slide

ik zei ik houd niet van wandelen maar ik vind fietsen wel leuk

Slide 41 - Open question

er waren veel leraren ziek er was paniek binnen de school maar gelukkig konden veel leraren online lesgeven

Slide 42 - Open question

Zelfstandig werken
Algemene spelling: theorie & korte oefening
- Hoofdletters

Interpunctie: theorie & korte oefening


Slide 43 - Slide