3.1 Stoffen en eigenschappen

Welkom in de les
Vandaag:
  • leerdoelen §3.1
  • instructie §3.1
  • practicum
  • maken opgaven uit het boek 
  • afsluiting les

 


§3.1 Stoffen en eigenschappen
Pak alvast voor je:
- boek
- pen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • leerdoelen §3.1
  • instructie §3.1
  • practicum
  • maken opgaven uit het boek 
  • afsluiting les

 


§3.1 Stoffen en eigenschappen
Pak alvast voor je:
- boek
- pen

Slide 1 - Slide

Je leert .....
- eigenschappen noemen waaraan je een stof herkent;
- het verschil tussen stofeigenschappen en voorwerpseigenschappen noemen;
- met een verhoudingstabel de dichtheid uitrekenen als de massa en het volume zijn gegeven.

Slide 2 - Slide

Verschil tussen stof en voorwerp
kleur, smaak, kookpunt zijn voorbeelden
van stofeigenschappen

grootte en vorm zijn voorbeelden van 
voorwerpseigenschap


Slide 3 - Slide

Stofeigenschappen
  1. smaak
  2. kleur
  3. geur
  4. hardheid
  5. kookpunt
  6. smeltpunt
  7. brandbaarheid

Slide 4 - Slide

Smaak
De smaak is een handige stofeigenschap om te gebruiken als je zeker bent welke stoffen je hebt. Je mag dit nooit met een onbekende stof doen.

Je kunt het verschil tussen zout en suiker of het verschil tussen water en azijn wel proeven als je zeker weet dat het die stoffen zijn.

Slide 5 - Slide

Kleur
De kleur van een stof geven we aan met de kleuren van de regenboog rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet, enz.

Pas op!

Zilver en goud zijn geen kleuren. Het zijn stoffen.  
Deze kleuren omschrijf je als glimmend grijs en glimmend geel.

Slide 6 - Slide

Geur

Sommige stoffen hebben een geur. Dit zijn stoffen die makkelijk verdampen of al gasvormig zijn.

Als je iets ruikt is de stof aanwezig in je neus; dus gasvormig!
Weet je hoe je aan een onbekende stof moet ruiken?

Slide 7 - Slide

Hardheid
De hardheid geeft aan of een stof makkelijk of moeilijk blijvend te vervormen is.
Diamant is de stof met de hoogste hardheid.

Lood is makkelijk te vervormen.


Slide 8 - Slide

Kookpunt
Het kookpunt van een stof is de temperatuur waarbij een vloeistof het snelst verdampt.
Boven het kookpunt is de stof gasvormig.

Water heeft een kookpunt van 100°C.

Slide 9 - Slide

Smeltpunt
Het smeltpunt van een stof is de temperatuur waarbij een vaste stof het snelst smelt.
Boven het smeltpunt is de stof vloeibaar.


Het smeltpunt en het stolpunt hebben dezelfde temperatuur.

Slide 10 - Slide

Brandbaarheid
De brandbaarheid geeft aan of een stof brandbaar is of niet.
Water is niet brandbaar.


Hout is wel brandbaar.

Slide 11 - Slide

Van welk materiaal kun je het beste een kachel ontwerpen?
A
rubber
B
staal
C
papier
D
kunststof

Slide 12 - Quiz

Welke stof zie je hiernaast afgebeeld?
A
ijzer
B
lood
C
goud
D
zilver

Slide 13 - Quiz

Welke stof zie je hiernaast afgebeeld?
A
ijzer
B
lood
C
goud
D
zilver

Slide 14 - Quiz

Wat is de OVEREENKOMST tussen de goudstaaf en de gouden ring?
A
kleur
B
geur
C
smaak
D
brandbaarheid

Slide 15 - Quiz

Wat is het VERSCHIL tussen de goudstaaf en de gouden ring?
A
ik heb geen enkel idee...
B
de vorm
C
de massa

Slide 16 - Quiz

Wat ben ik? Ik ben een vaste stof, los op in water, smelt bij verwarmen, je kunt me eten, mijn kleur is wit, ik heb geen geur en ik smaak zoet....

Slide 17 - Open question

Wat ben ik? Ik ben vloeibaar, mijn kleur is wit en niet doorzichtig, ik bederf of word zuur, mijn smaak verandert bij opwarmen en ik ben niet giftig....

Slide 18 - Open question

Wat ben ik? Ik ben gasvormig, je kunt me niet zien en je kunt me niet ruiken maar je hebt me heel hard nodig om te kunnen leven...

Slide 19 - Open question

Hoe bepaal je  stofeigenschappen?






zintuigen                                        laboratorium

Slide 20 - Slide

Practicum - Stoffen herkennen
Probeer te ontdekken, met je zintuigen, welke stof in de reageerbuis zit.


Klaar?

Maak de opgaven: 
1 t/m 11 (vanaf blz. 119)
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Practicum - Stoffen herkennen
Reageerbuis
Kleur
Geur
Vast, vloeistof of gas
Stof?
1
2
3
4
5

Slide 22 - Slide

Practicum - Stoffen herkennen
Reageerbuis
Kleur
Geur
Vast, vloeistof of gas
Stof?
1
groen
zoet
vloeibaar
limonade
2
wit
geen
vast
suiker
3
geen
geen
vloeibaar
water
4
wit
geen
vast
zout
5
blauw
chemisch
vloeibaar
spiritus

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
Lezen §3.1 uit je boek

Maak de opgaven: 
1 t/m 11 (vanaf blz. 119)




Slide 24 - Slide

Huiswerk
Lezen §3.1 uit je boek

Maak de opgaven: 
1 t/m 11 (vanaf blz. 119)




Slide 25 - Slide

Welke stofeigenschappen van suiker en zout zijn hetzelfde?

Slide 26 - Open question

welke stofeigenschappen van suiker en zout zijn verschillend?

Slide 27 - Open question

Noem 4 stofeigenschappen

Slide 28 - Open question

Dichtheid

Slide 29 - Slide

Wat is zwaarder?
1 kg spijkers of 1 kg veren?

Slide 30 - Slide

Wat neemt meer ruimte in?
1 kg spijkers of 1 kg veren?

Slide 31 - Slide

Dichtheid
De dichtheid zegt iets over hoeveel materiaal (massa) er in een bepaalde ruimte (volume) zit. De combinatie van die 2 geeft je de dichtheid. 


Slide 32 - Slide

Dichtheid
Het blijkt dat elke stof zijn eigen dichtheid heeft. Als je gaat kijken naar hoeveel 1 cm3 goud weegt, dan is dat altijd 19,3 gram. Bij ijzer is dat 7,9 g per cm3

Slide 33 - Slide

Dichtheid 
Door de dichtheid van een stof te bepalen 
kun je er dus achter komen met 
welke stof je te maken hebt... 

Dit is dus een stofeigenschap!

Slide 34 - Slide

Dichtheid 
Bepaal de dichtheid van een sleutel met een
massa van 13 gram.

Slide 35 - Slide

Dichtheid 
Bepaal de dichtheid van een sleutel met een
massa van 13 gram.

Slide 36 - Slide

Dichtheid 
Is de sleutel gemaakt van ijzer?


Slide 37 - Slide

Dichtheid 
Is de sleutel gemaakt van ijzer?


Nee, de dichtheid van ijzer is 7,9 g/cm3 


Slide 38 - Slide

Pak je planner!
Noteer voor de volgende les:


Lezen §3.1 uit je boek

Maak de opgaven: 1, 2, 4, 5, 9, 14, 16, 17



Slide 39 - Slide

Aan de slag!
Lezen §3.1 uit je boek

Maak de opgaven: 
1, 2, 4, 5, 9, 14, 16, 17



Zs

Slide 40 - Slide

Aan de slag!
Lezen §3.1 uit je boek

Maak de opgaven: 
1, 2, 4, 5, 9, 14, 16, 17



Zf

Slide 41 - Slide