1. Wat is een woordraadstrategie?
2. Wat is een tegenstelling? Noem een voorbeeld.
3. Wat is een bekend woorddeel? Noem een voorbeeld.
4. Welke strategie gebruik je in de volgende zin om erachter te komen wat het onderstreepte woord betekent.
De inkoopmedewerker van de Ikea heeft een grote fout gemaakt in de bestelling.