past simple

1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

The boys climbed up the tree yesterday.

door welk woord weet je dat deze zin in de verleden tijd staat?
A
boys
B
tree
C
yesterday

Slide 2 - Quiz

The girls talk during class

welke tijd is dit?
A
present simple
B
past simple

Slide 3 - Quiz

The girls talked during class

welke tijd is dit?
A
present simple
B
past simple

Slide 4 - Quiz

        The girls talk during class.
        The girls talked during class.
TT
VT
        Hoe weet je dat de ene zin in de tegenwoordige tijd en de andere in de verleden staat?

Slide 5 - Slide

The girls talked during class.

Er staat geen verleden tijd woord in de zin. Hoe weet je dat de zin in de verleden tijd staat?
A
raden
B
steen/papier/schaar
C
door naar het werkwoord te kijken

Slide 6 - Quiz

Wat is de verleden tijd van
age (ouder worden)
A
ageed
B
aged

Slide 7 - Quiz

Wat is de verleden tijd van
play (spelen)
A
played
B
playyed
C
plaied

Slide 8 - Quiz

wat is de verleden tijd van
rub (wrijven)
A
rubed
B
rubied
C
rubbed

Slide 9 - Quiz

Blazen
Hij/ zij het
hele
ww
past
simple
volt
deel
woord
blews
blow
blowing
blew
 blows
blowed
blewed
blown
bends

Slide 10 - Drag question

Het werkwoord staat altijd in een rijtje van drie
to Blow ---  blew ---  blown 

hele werkwoord
1
verleden tijd
2
voltooid deelwoord
3
    hele werkwoord         verleden tijd       voltooid deelwoord

Slide 11 - Slide

Beginnen
Hij/ zij het
hele
ww
volt
deel
woord
verleden
 tijd
begin
begans
begon
began
beguns
begins
begons
begun
begen

Slide 12 - Drag question