onr ww

onr ww
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

onr ww

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Show what you know
5 vragen over .....?

Slide 2 - Slide

De leerlingen krijgen vijf vragen/feiten over 1 onderwerp, persoon, begrip of gebeurtenis.

Van de vijf vragen moeten ze er tenminste drie goed hebben beantwoord. 
Onregelmatige werkwoorden 1

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het werkwoord staat altijd in een rijtje van drie
to do ----------    did       -------   done 
to fly ----------     flew     -------   flown
to go ---------      went    -------   gone
hele werkwoord
1
verleden tijd
2
voltooid deelwoord
3

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


De verleden tijd van to Bleed is bleeded
1
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


vertaal naar het Nederlands :
Peter became.
(hoofdletter en punt)
2

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Blazen
Hij/ zij het
hele
ww
past
simple
volt
deel
woord
3
blews
blow
blowing
blew
 blows
blowed
blewed
blown
bends

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Het werkwoord staat altijd in een rijtje van drie
to Blow ---------  blew     -------   blown 

hele werkwoord
1
verleden tijd
2
voltooid deelwoord
3

Slide 8 - Slide

This item has no instructions


De verleden tijd van to bring is brought
4
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


vertaal naar het Nederlands :
We have built.
(hoofdletter en punt)
5

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Beginnen
Hij/ zij het
hele
ww
volt
deel
woord
1
verleden
 tijd
begin
begans
begon
began
beguns
begins
begons
begun
begen

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Het werkwoord staat altijd in een rijtje van drie
to begin -----    began       -------   begun

hele werkwoord
1
verleden tijd
2
voltooid deelwoord
3

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Het voltooid deelwoord is het derde woord uit het rijtje van drie
2
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


Vertaal naar het Nederlands (hoofdletter & punt)
The dog has bitten Karen..
3

Slide 14 - Open question

This item has no instructions