What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Vwo 3 werkwoorden met 1e, 3e en 4e naamval
Guten Morgen
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Guten Morgen
Slide 1 - Slide
Ziel:
Grammatik B: Ik kan de werkwoorden met de eerste, derde en vierde naamval toepassen (Seite 69).
Slide 2 - Slide
Grammatik D: Werkwoorden
met een vaste naamval
Als je de volgende werkwoorden in de zin gebruikt of ziet staan, krijg je twee keer een 1ste naamval.
sein, werden, bleiben
Voorbeeld:
Sie
sind
der Lehrer
von meinem Bruder.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Grammatik D: Werkwoorden
met een 3e naamval
Slide 5 - Slide
Grammatik D: Werkwoorden
met een 4e naamval
Slide 6 - Slide
welke naamval heeft de meeste werkwoorden die de naamval bepalen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 7 - Quiz
De werkwoorden sein, bleiben, werden horen bij de .....
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
D
geen naamval
Slide 8 - Quiz
De werkwoorden bitten, fragen en es gibt horen bij de ....
A
1e naamval
B
3e naamval
C
4e naamval
D
geen naamval
Slide 9 - Quiz
Voor welke naamval zorgen deze werkwoorden: gefallen, gehören, gelingen, glauben, gratulieren
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 10 - Quiz
Geef de naamval en de vertaling:
Es gibt [een] Problem (o).
A
ein (1)
B
eine (1)
C
einen (4)
D
ein (4)
Slide 11 - Quiz
Geef de naamval en de vertaling:
Ihr müsst (de) Bienen (mv) helfen.
A
1e - die
B
3e - den
C
4e - die
Slide 12 - Quiz
Geef de naamval en de vertaling:
Diese Katze gehört (haar) Schwester.
A
1e - ihre
B
3e - ihrer
C
4e - ihre
Slide 13 - Quiz
Geef de juiste wekwoordsvorm :
Hast du deinem Onkel schon zu seinem Geburtstag (gratulieren)?
Slide 14 - Open question
Geef de juiste werkwoordsvorm:
Der Pulli (passen) mir nicht mehr.
Slide 15 - Open question
Geef de naamval en de vertaling:
Er wird nächstes Jahr (mijn) Lehrer.
Slide 16 - Open question
Geef de juiste vorm in de naamval:
Das Haus gehört [mijn] Mutter.
Slide 17 - Open question
Geef de juiste vorm in de naamval:
Ich glaube (de) Mann nicht.
Slide 18 - Open question
Geef de juiste vorm in de naamval:
Es gibt (een) Gemälde (o) in der Halle.
Slide 19 - Open question
Beantworte:
Was schenkst du deinen Eltern zu Weihnachten?
Slide 20 - Open question
Beantworte:
Welcher Film gefällt dir gut?
Slide 21 - Open question
Hausaufgaben: ( Dit is wat je nu moet maken ;) )
Kapitel 5, Lektion 2:
Grammatik B: Ik kan de werkwoorden met de eerste, derde en vierde naamval toepassen (Seite 69).
Lektion 2 Aufgabe 6 -8
Slide 22 - Slide
More lessons like this
3HV werkwoorden met 1e, 3e en 4e naamval
November 2021
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2HAG werkwoorden met 1e, 3e en 4e naamval
January 2021
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Werkwoorden 1e, 3e en 4e naamval
April 2024
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Kapitel 2 - Lektion 5
October 2020
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2V werkwoorden met 1e, 3e en 4e naamval
May 2020
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3 HAVO_Werkwoorden 3e 4e naamval
January 2021
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Kapitel 2 - Lektion 5
November 2022
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 HAVO_Werkwoorden 3e 4e naamval
8 days ago
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3