5V_oefentoets_spelling

Spelling
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Wat moet je leren voor de toets?
Cursus Spelling (blz. 214-234)
§1 werkwoordspelling
§2 hoofdletters en leestekens
§3 meervoudsvorming en verkleinwoorden
§4 samenstellingen, sommige(n) en getallen
§5 liggend streepje, trema, apostrof, accenten
§6 probleemwoorden

Slide 2 - Slide

Tips voor de toets
  • Bij werkwoordspelling: noteer de belangrijkste regels bovenaan je blad voor jezelf

  • Schrijf heel duidelijk: bij twijfel is je antwoord fout (duidelijk verschil hoofdletters en kleine letters, aan elkaar/los, etc.)

Slide 3 - Slide

Oefentoets
Noteer zo snel mogelijk je antwoord.

Slide 4 - Slide

Werkwoordspelling
Spel de werkwoorden tussen haakjes correct. 
Zet komma's tussen de verschillende antwoorden.

Slide 5 - Slide

Als je de Amsterdam Arena … (betreden), … (worden) je … (verrassen) door het licht en de ruimte in het stadion.

Slide 6 - Open question

… (vinden) je leraar Nederlands het belangrijk dat je je werkstukken zonder spelfouten … (inleveren)?

Slide 7 - Open question

De coach van Landstede … (achten) de 3-0 thuisnederlaag tegen Dynamo een … (bedroeven) resultaat.

Slide 8 - Open question

Hoofdletters en leestekens.
Neem de zinnen over en plaats hoofdletters en leestekens.

Slide 9 - Slide

de boeddhistische monnik riep luid hé jullie moeten oppassen dat je in augustus geen lieveheersbeestjes doodt

Slide 10 - Open question

ik hoorde dat nienke van veen met pasen ten westen van de kerk in groningen een paashaas heeft gezien

Slide 11 - Open question

Meervoudsvorming
Noteer het meervoud.

Slide 12 - Slide

defilé

Slide 13 - Open question

essay

Slide 14 - Open question

symfonie

Slide 15 - Open question

mathematicus

Slide 16 - Open question

Verkleinwoorden
Noteer het verkleinwoord.

Slide 17 - Slide

hobby

Slide 18 - Open question

kom

Slide 19 - Open question

taxi

Slide 20 - Open question

Aan elkaar of los?
Schrijf aan elkaar wat aan elkaar moet. Voeg zo nodig een tussenletter toe.

Slide 21 - Slide

hier + heel + dicht + bij

Slide 22 - Open question

iemand + achter + na + lopen

Slide 23 - Open question

lange + afstand + loper

Slide 24 - Open question

Samenstellingen
Maak samenstellingen.

Slide 25 - Slide

geboorte + planning

Slide 26 - Open question

knarsen + tanden

Slide 27 - Open question

reus + sprong

Slide 28 - Open question

Sommige(n)
Kies de vorm met of zonder n.

Slide 29 - Slide

Van de rode rozen heeft Romeo de tien mooiste(n) aan Julia gegeven.

Slide 30 - Open question

Op het bankje in het park zaten twee slechthorende(n) tegen elkaar te schreeuwen.

Slide 31 - Open question

De journalisten hadden alle(n) hun perskaart bij zich.

Slide 32 - Open question

Getallen
Verander waar nodig cijfers of getallen in woorden.
Dus: noteer alleen de woorden/getallen die nu verkeerd zijn geschreven.

Slide 33 - Slide

Op 15 juli vertrok Johan met 3 vrienden naar Spanje voor een vakantie van 22 dagen.

Slide 34 - Open question

De arrestant was om 14.03 uur opgepakt en had vervolgens 4 uur in een isoleercel gezeten.

Slide 35 - Open question

Liggend streepje, trema, apostrof, accenten
Schrijf woorden zo mogelijk aan elkaar. Plaats waar nodig een liggend streepje, een trema, een apostrof, een accent of een cedille. Trek samen wat je kunt samentrekken.

Slide 36 - Slide

co efficient

Slide 37 - Open question

feest artikelen en carnavals artikelen

Slide 38 - Open question

nacht creme

Slide 39 - Open question

Extra oefenen?
Maak nog wat oefeningen uit je boek (antwoorden staan op de ELO)
Kijk voor oefeningen op www.cambiumned.nl

Succes met leren!

Slide 40 - Slide