afronden 6.2 + UL + MK 6.3 (2havo)

Oude Leerdoelen afronden
  1. Ik kan biotische en abiotische factoren onderscheiden.
  2. Ik kan de niveaus van de ecologie beschrijven.
  3. Ik kan in een ecosysteem de voedselrelaties beschrijven.
  4. Ik kan de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden.
  5. Ik kan biologisch afbreekbaar afval en niet-biologisch afbreekbaar afval onderscheiden. 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Oude Leerdoelen afronden
  1. Ik kan biotische en abiotische factoren onderscheiden.
  2. Ik kan de niveaus van de ecologie beschrijven.
  3. Ik kan in een ecosysteem de voedselrelaties beschrijven.
  4. Ik kan de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden.
  5. Ik kan biologisch afbreekbaar afval en niet-biologisch afbreekbaar afval onderscheiden. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

biotische factoren
A-biotische factoren
Sleep de woorden naar de juiste plek
licht
gras
soortgenoten
regen
konijnen
schimmels
Temperatuur
wind

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Zet de niveaus van ecologie van klein naar groot.           (1 = de kleinste, 4 = de grootste)
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Levensgemeenschap

Populatie

ecosysteem

individu

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een ecosysteem?
A
dat is een systeem dat het klimaat regelt
B
dat is zijn alle dieren in een gebied
C
dat zijn alle biotische en abiotische factoren in een gebied
D
dat zijn alle planten en dieren in een gebied

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Maak de voedselketen!

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de juiste organismen op de juiste plek in het voedselweb

timer
1:00
Bladluis
Buizerd
Konijn
Lieveheersbeestje
Merel
Planten

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat is altijd de eerste schakel in een voedselketen?
A
insecten
B
kleine organismen
C
grote organismen
D
planten

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De eerste schakel in een voedselketen is altijd een
A
producent
B
consument
C
reducent

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke orde heeft het lieveheersbeestje?
consument van de ... orde
A
1ste orde
B
2de orde
C
3de orde
D
4de orde

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Kunnen dieren zowel consument van de 2e orde als van de 3e orde zijn?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

+
+
-->
Fotosynthese:
+
.........
........
.........
..........
........

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Welke rol heeft de vliegenzwam in de kringloop van stoffen?
A
afvaleter
B
consument
C
producent
D
reducent

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de afvaleters?
A
rups
B
vogel
C
schimmels
D
wormen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Producent
Consument
Reducent
Voedingsstoffen maken
Resten afbreken tot mineralen
Voedingsstoffen gebruiken

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?


A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
alle organismen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

In de figuur is een koolstofkringloop in de natuur weergegeven.

Wat is de energiebron die de kringloop in stand houdt?
A
Koolstofdioxide
B
Zonlicht
C
Zuurstof

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Biologisch afbreekbaar
niet-Biologisch afbreekbaar

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

sluit voor nu je chromebook

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 6.3 
  1. Ik kan uitleggen wat biologisch evenwicht is. 
  2. Ik kan uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Populatiegrootte
is: het aantal organismen in een populatie. 
De populatiegrootte hangt af van: de invloeden uit de omgeving, dus van biotische en abiotische factoren.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Samenleven en concurrentie binnen een populatie (van dezelfde soort)
concurrentie; strijden om voedsel, partner of veilige plek...




samenwerking; samen jagen/zorgen voor de jongen........

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Relaties binnen een populatie

  • Rangorde
  • Paarvorming
  • Territorium

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Relaties tussen soorten
afb.  Korstmos

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Symbiose = individuen van verschillende soorten kunnen een langdurige relatie met elkaar hebben. 



Parasitisme: symbiose waarbij een individu een voordeel heeft en het ander individu een nadeel heeft.

Parasiet: individu dat een voordeel heeft bij parasitisme. 

Gastheer: individu dat een nadeel heeft bij parasitisme

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Open je boek op blz. 211 
Lees daar de 4 manieren van natuurbeheer
timer
5:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Maak nu ONLINE
van thema 6
van basisstof 3 - opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 8


Klaar mee - leren voor de proefwerkweek!



Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.