Thema Ecologie en duurzaamheid

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid

Slide 1 - Slide

Onderzoek naar de invloed van de temperatuur op de konijnen op Vlieland
A
Individu
B
Populatie
C
Ecosysteem
D
Levensgemeenschap

Slide 2 - Quiz

Onderzoek naar de invloed een virus op een konijn
A
Individu
B
Populatie
C
Ecosysteem
D
Levensgemeenschap

Slide 3 - Quiz

Abiotische factoren
Biotische factoren
Wind
Prooidieren
Nestgelegenheid (plek om te wonen)
Temperatuur
Grondsoort
Parasieten
Sneeuw
Gras
Lucht

Slide 4 - Drag question

Noteer van klein naar groot:
Ecosysteem, individu, leefgemeenschap, populatie

Slide 5 - Open question

Maak een voedselketen van de volgende organismen
1e schakel
5e schakel
Lijsterbes (Boom)
Kikker
Vlinder
Havik
Slang

Slide 6 - Drag question

Welk dier eet de meeste andere organismen?
A
Vos
B
Muis
C
Uil
D
Slang

Slide 7 - Quiz

Hoe worden de verschillende organismen in een voedselketen genoemd?
A
Segmenten
B
Schakels

Slide 8 - Quiz

Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
vleeseters
B
planteneters
C
planten

Slide 9 - Quiz

Hoe noemen we bacteriën en schimmels?
A
consumenten
B
reducenten
C
allesetters
D
producenten

Slide 10 - Quiz

Biologisch afbreekbaar
niet-Biologisch afbreekbaar

Slide 11 - Drag question


A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 12 - Quiz


A
Producent
B
Consument
C
Reducenten

Slide 13 - Quiz

Wat is geen abiotische factor?
A
Water
B
Lucht
C
Aarde
D
Nestgelegenheid

Slide 14 - Quiz

Wat betekent het begrip "ecologie?"
A
een soort is een voedsel voor een andere soort
B
omgeving van een organisme
C
de studie van relaties tussen organismen
D
het milieu en de organismen die er leven, hebben met elkaar te maken

Slide 15 - Quiz

Wat betekent het begrip "milieu"
A
een soort is een voedsel voor een andere soort
B
omgeving van een organisme
C
de studie van relaties tussen organismen
D
het milieu en de organismen die er leven, hebben met elkaar te maken

Slide 16 - Quiz

Wat betekent het begrip "relatie"
A
een soort is een voedsel voor een andere soort
B
omgeving van een organisme
C
de studie van relaties tussen organismen
D
het milieu en de organismen die er leven, hebben met elkaar te maken

Slide 17 - Quiz

Maak de zin af. De eerste schakel van een voedselketen is altijd ....
A
een dier
B
een plant

Slide 18 - Quiz

Een schaap is een ....
A
planteneter
B
vleeseter
C
afvaleter

Slide 19 - Quiz

Een wolf is een ....
A
planteneter
B
vleeseter
C
afvaleter

Slide 20 - Quiz

Een pissenbed is een ....
A
planteneter
B
vleeseter
C
afvaleter

Slide 21 - Quiz

Wat is een individu?
A
een grasplantje
B
een bacterie
C
een eend
D
allen zijn goed

Slide 22 - Quiz

Wat is een levensgemeenschap?
A
Een kudde schapen.
B
Alle dieren in een bos.
C
Alle dieren en planten in een grasland.
D
Alle mieren uit een mierenkolonie.

Slide 23 - Quiz

In een ecosysteem zijn de biotische en abiotische factoren...
A
wisselend
B
een eenheid
C
Voorbeeld: een akker
D
Voorbeeld: een meer

Slide 24 - Quiz

consument 3e orde
consument 2e orde
consument 2e orde
consument 1e orde
consument 1e orde
consument 1e orde
producent
consument 3e orde
consument 2e orde
consument 1e orde
producent

Slide 25 - Drag question

Maak de juiste voedselketen. Sleep de afbeeldingen op de juiste plek (rode vakken). Begin bij het dier wat eerste gegeten wordt.

Slide 26 - Drag question

Wat is een goede uitleg betreft een voedselweb
A
Dat zijn verschillende organismen die in een gebied leven
B
Dat zijn meerdere voedselketens in een gebied die onderling ook weer een bepaalde connectie hebben
C
Dat zijn verschillende dieren die met elkaar in relaties staan doordat ze kunnen paren.
D
Dat zijn de organismen in een koolstogkringloop

Slide 27 - Quiz

Drie schakels zijn in de afbeelding niet ingevuld. Welke van de volgende dieren kan in schakel 3 thuishoren?
A
Garnaal
B
kaaimankrokodil
C
waterkever

Slide 28 - Quiz

Welk organisme in de afbeelding hiernaast is een consument van de tweede orde?
A
Konijn
B
paardenbloem
C
wezel

Slide 29 - Quiz

Maak een correcte voedselketen

Slide 30 - Drag question

een gebied verdedigen tegen soortgenoten
ieder individu kent zijn plek in de groep
samenwerken voor voortplanting
paarvorming
rangorde
territorium

Slide 31 - Drag question

Welke relatie is een voorbeeld van parasitisme?
A
Een mug zuigt bloed op en vliegt daarna direct weg.
B
Een schimmel en een alg vormen samen een korstmos.
C
Hoofdluizen leven tussen hoofdharen en zuigen daar bloed op.
D
Op de stam en de takken van een boom groeit mos.

Slide 32 - Quiz

Wat is een voordeel van een territorium?
A
Bescherming van jongen
B
Beschermen van hoeveelheid voedsel
C
Beschermen van je partner tegen soortgenoten
D
Al deze antwoorden

Slide 33 - Quiz

Territoriumgedrag = gedrag waarmee een dier zijn territorium verdedigt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Wat is een broeikasgas?
A
Stikstof
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof

Slide 35 - Quiz

Wat is een oorzaak van het versterkte broeikaseffect
A
Verbranding fossiele brandstoffen
B
Duurzame energie
C
Spuitbussen

Slide 36 - Quiz

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
De laag broeikasgassen wordt dikker, waardoor het warmer wordt.
B
Het gat in de ozonlaag wordt groter
C
Het wordt kouder op aarde

Slide 37 - Quiz