1GL - Voorbereiding toets taalverzorging (les 1)

Welkom
Nederlands

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Nederlands
Lezen
Download het boek via de biebapp op je iPad.

Slide 2 - Slide

Batavia
Nederlands
Start
Lesdoel
  • Je weet hoe jij je kunt voorbereiden op de toets taalverzorging.

Toets Lezen §1-4
  • Bespreken

Toets Taalverzorging (zinsdelen, spelling pv tt, spelling meervouden)
  • In toetsweek vanaf 14 november

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Nederlands
Toets taalverzorging
Leerdoel
  • Je kunt de volgende zinsdelen benoemen: pv, ow, gz, lv.
  • Je kunt de pv in de tt en de meervoudsvormen van znw goed spellen. 

Opdracht
  • Studieschema bespreken.
  • 6 lessen werk (ook bij lesuitval!).
  • Werken volgens studieschema.
Zinsdelen benoemen
  • Persoonsvorm
  • Onderwerp: wie/wat + pv?
  • Gezegde = pv + alle andere ww
  • Lijdend voorwerp = wie/wat + ow + gz

Spelling
  • Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Meervoudsvormen zelfstandig naamwoord


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke uitspraken zijn waar?
A
De persoonsvorm kan in verschillende tijden staan.
B
Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar.
C
Het lijdend voorwerp ondergaat wat er in het gezegde staat.
D
Het gezegde bestaat uit alle werkwoorden uit de zin.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Is het woord tussen haken de persoonsvorm?

[Wat] doen jullie hier?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Is het woord tussen haken de persoonsvorm?

[Doen] jullie gezellig mee met het spel?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de werkwoorden in de zin?

Vorige week zijn de verkiezingen geweest.
A
zijn
B
zijn verkiezingen
C
zijn geweest
D
zijn verkiezingen geweest

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het woord tussen haken?

Drie jaar geleden [hebben] wij daar gesurft.
A
persoonsvorm
B
onderwerp
C
gezegde
D
lijdend voorwerp

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het woord tussen haken?

Heeft iemand [mijn pen] gezien?
A
persoonsvorm
B
onderwerp
C
gezegde
D
lijdend voorwerp

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de woorden tussen haken?

[Welke doelen] heb jij dit jaar gesteld?
A
persoonsvorm
B
onderwerp
C
gezegde
D
lijdend voorwerp

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke zinnen bevatten een lijdend voorwerp?
A
De jongens vonden een fiets in de sloot.
B
Gisteren zijn de vogels naar het zuiden vertrokken.
C
In de tweede helft werd de wedstrijd gestaakt.
D
Mogen wij de kittens even zien?

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Zet de persoonsvorm in een andere tijd.

Sandor en Irina wilden een ijsje halen.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Zet de persoonsvorm in een andere tijd.

Opa en oma halen de kinderen op.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Benoem de persoonsvorm (pv), het onderwerp (ow), het gezegde (gz), het lijdend voorwerp (lv).

Het museum gaat het zwaard onderzoeken.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions