What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Domein B Planten en dieren en hun samenhang
Domein B Planten en dieren en hun samenhang
1 / 42
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
42 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Domein B Planten en dieren en hun samenhang
Slide 1 - Slide
Determineren
Het opzoeken van een naam van een plant of dier op basis van kenmerken.
Determineertabel
Zoekkaart
Flora
Apps
Slide 2 - Slide
De vaatbundels
Houtvaten:
Vervoeren
water en mineralen
om
H
oog
Liggen aan de binnenkant
Bastvaten:
Vervoeren
water en glucose
naar
B
eneden (wortel),
B
oven (toppen) en
B
loemen (voortplanting) =
B
randstof
Liggen aan de buitenkant
Slide 3 - Slide
Zuigkracht
van de bladeren zorgt ervoor dat water uit de grond helemaal tot boven in de plant kan komen
Opperhuid: huidmondjes = opname en afgifte van gassen
Waslaagje: bescherming tegen uitdroging en beschadiging
Slide 4 - Slide
Opslag reservevoedsel
Ongeslachtelijk
Knollen:
verdikte wortels (rode biet)
Bollen:
korte stengel met korte dikke bladeren (tulpen en rode ui)
Geslachtelijk
Zaden:
reservevoedsel (eiwitten, vetten, zetmeel)voor energie tijdens ontkieming (boon)
Slide 5 - Slide
Voortplanting op natuurlijke wijze
Geslachtelijk:
met bevruchting = veel
genetische variatie
Ongeslachtelijk:
zonder bevruchting (klonen) =
weinig genetische variatie
Een stukje van een volwassen plant groeit uit tot een nieuw plantje
Bol (ondergronds stukje stengel met korte, dikke bladeren en klisters)
Knol (reservevoedsel met ogen)
Uitlopers
Wortelstokken
Slide 6 - Slide
Voortplantingsorganen Planten
Helmknoppen van m
eeldraden:
Mannelijk
Meiose = Stuifmeelkorrels (haploïd)
In zaadbeginsel van vruchtbeginsel stamper:
Vrouwelijk
Meiose = Eicellen (haploïd)
Slide 7 - Slide
Verspreiding stuifmeelkorrels door wind en water (abiotisch)
-> Uiterlijk: klein + uitstekende helmknop en stempel, onopvallend, geurloos
of dieren (biotisch)
-> uiterlijk: opvallend, lekkere geur, nectar
Slide 8 - Slide
Bestuiving
= bevruchting:
stuifmeelkorrel + eicel = zaadje (kiem/embryo + voorraad voedsel)
Slide 9 - Slide
Na bevruchting
Kroonbladeren verkleuren, verschrompelen en vallen af
Zaadbeginsel wordt zaad (vanuit kiem met twee zaadlobben)
Vruchtbeginsel wordt vrucht
Slide 10 - Slide
Voortplanting op kunstmatige wijze: stekken
Voortplanting op kunstmatige wijze: veredelen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Zaadverspreiding: genoeg licht, water en mineralen voor groei
Slide 14 - Slide
Levenscyclus van een plant
Slide 15 - Slide
Aanpassingen bij planten
1. Voorjaarsbloeiers (licht)
2. Klimplanten (licht)
3. Wortelrozet (water en mineralen)
4. Woestijnplanten (water)
Slide 16 - Slide
Soorten skeletten
Inwendig skelet
Uitwendig skelet (chitine, vervellen)
Geen skelet
Slide 17 - Slide
Dieren en omgevingstemperatuur
Warmbloedig:
houden hun lichaamstemperatuur constant op een bepaalde temperatuur (zoogdieren en vogels)
Isolatie
Zoogdieren: wintervacht en zomervacht, vetlaag
Vogels: veren opzetten
Let ook op de oren en de poten van dieren
Slide 18 - Slide
Warmbloedig en koudbloedig
Slide 19 - Slide
De snavel van vogels
Haaksnavel:
prooi aan stukken scheuren
Zeefsnavel:
ribbels om kleine plantjes en diertjes uit het water te zeven
Pincetsnavel:
insecten tussen boomspleten uit peuteren
Kegelsnavel:
zaden open breken
Slide 20 - Slide
De poten van vogels
Grijppoten:
prooi vastpakken en doden
Zwempoten:
zwemvliezen tussen de tenen
Steltpoten:
hoog gras en ondiep water
Klimpoten:
boomstammen
Slide 21 - Slide
Het gebit
Planteneters
Cellulose in celwanden
Plooikiezen
Lang verteringsstelsel met bacteriën
Vleeseters
Geen celwanden
Hoektanden en knipkiezen
Kort verteringsstelsel
Alleseters
Knobbelkiezen
Middellang verteringsstelsel
Slide 22 - Slide
Topgangers:
hoeven
Teengangers:
Zoolgangers:
staan stevig en kunnen op achterpoten lopen
Slide 23 - Slide
Vissen
Kieuwen
Kieuwholte
Kieuwboog met kieuwplaatjes
Kieuwlamellen (kleine plooien voor gaswisseling)
-> O2 vanuit het water naar het bloed in de kieuwlamellen
-> CO2 vanuit het bloed naar het water
O2 rijk bloed van kieuwplaatjes naar alle organen
Slide 24 - Slide
Insecten
Tracheeën (sterk vertakte buizen)
Stigma's (openingen)
Samentrekken spieren: achterlijf en tracheeën nauwer = lucht naar buiten
Ontspannen spieren: achterlijf en tracheeën wijder = lucht door stigma's de tracheeën in
Tracheeën vertakken zich t/m cellen
Slide 25 - Slide
Kikkers
Slide 26 - Slide
Biotische en abiotische factoren
Ecosysteem
: de biotische factoren én de abiotische factoren bepalen hoe een gebied eruit ziet.
Biotische factoren:
invloeden uit de levende natuur
Abiotische factoren:
invloeden uit de levenloze natuur
Slide 27 - Slide
Van groot naar klein
Ecosysteem:
alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied
Levensgemeenschap:
alle levende organismen in één gebied
Populatie:
alle dieren van dezelfde soort in één gebied
Individu:
één organisme uit de populatie in één gebied
Slide 28 - Slide
Voorbeeld koolmees
Slide 29 - Slide
Voedselkringloop
De
voedselkringloop
laat zien dat de vier rijken van elkaar afhankelijk zijn voor hun voedingsstoffen.
Producenten (planten)
Consumenten (planteneters/vleeseters/alleseters)
Afvaleters
Reducenten (bacteriën en schimmels)
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
De kringloop van fotosynthese en verbranding
Slide 32 - Slide
Voedselketen met schakels
Slide 33 - Slide
Voedselweb (meerdere voedselketens)
Slide 34 - Slide
Havik eet ongeveer 1000 koolmezen per jaar
Koolmees eet duizenden rupsen per jaar
Rups eet tienduizenden bladeren per jaar
Slide 35 - Slide
Havik eet ongeveer 1000 koolmezen per jaar
Koolmees eet duizenden rupsen per jaar
Rups eet tienduizenden bladeren per jaar
Voedselpiramide
Piramide van aantallen
Slide 36 - Slide
Biomassa:
het gewicht van alle stoffen in een organisme, behalve water
Er verdwijnen energierijke stoffen door:
Verbranding
Via afvalstoffen
=
energieverlies
Slide 37 - Slide
Koolstofkringloop: plant -> dier -> schimmels en bacteriën
Verbranding door alle organismen zorgt voor CO2 in de lucht
Slide 38 - Slide
Stikstof
Atoom stikstof = N
Belangrijke stof voor levende organismen
Eiwitten -> opbouw celmembranen en spieren
Lucht (78%)
Sommige bacteriën kunnen stikstof uit de lucht halen. Planten/dieren/mensen kunnen dit
NIET
.
Hoe krijgen zij dan stikstof binnen???
Slide 39 - Slide
Stikstof binnenkrijgen
Planten: vanuit de bodem (
nitraat
= mineraal)
Mensen en dieren: eiwitten eten
Slide 40 - Slide
Stikstofkringloop: plant -> dier -> bacteriën
Schimmels geen rol
Slide 41 - Slide
Oefen nu met
examensite planten en dieren
Eerstvolgende formatieve toets: planten en dieren, ecologie en gedrag bij mens en dier
Slide 42 - Slide
More lessons like this
6.2 Biotoop onder de loep
May 2023
- Lesson with
26 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3.1 Organisme in hun omgeving
September 2023
- Lesson with
16 slides
Samenvatting hfst 3
March 2023
- Lesson with
30 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
8.1 + 8.2 dl1
May 2023
- Lesson with
38 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
8.4 Veranderende ecosystemen
May 2023
- Lesson with
45 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Nectar leerjaar 3 hoofdstuk 3
April 2024
- Lesson with
44 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Planten en Dieren in hun Omgeving
May 2023
- Lesson with
37 slides
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Periode 1 en 2: B, Planten en dieren en hun samenhang.
September 2022
- Lesson with
28 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3