What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Cursus 5 Grammatica Par 5 Bijvoeglijke naamwoorden
Grammatica:
bijvoeglijk naamwoorden
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica:
bijvoeglijk naamwoorden
Slide 1 - Slide
Cursus 5, paragraaf 5
Bijvoeglijk naamwoorden
kgt-lesboek blz. 206-207)
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Je leert over bijvoeglijk naamwoorden.
Slide 3 - Slide
Woordsoorten
Elke zin bestaat uit woordsoorten. Elk woord valt onder een bepaalde woordsoort.
We hebben het werkwoord, het lidwoord en het zelfstandig naamwoord al behandeld.
Slide 4 - Slide
Woordsoorten
In deze les behandelen we de
bijvoeglijk naamwoorden
.
De afkorting van bijvoeglijk naamwoord =
BN
Slide 5 - Slide
bijvoeglijk naamwoorden
Slide 6 - Slide
bijvoeglijk naamwoorden
Slide 7 - Slide
dus (BN is onderstreept)
- De aanbieding is
fantastisch
.
- De
fantastische
aanbieding.
- Dat T-shirt is
goedkoop
.
- Dat
goedkope
T-shirt.
Slide 8 - Slide
Een bijvoeglijk naamwoord is een ..
A
zinsdeel
B
woordsoort
Slide 9 - Quiz
Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 10 - Quiz
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
museum
B
gesprek
C
beroemde
D
jongen
Slide 11 - Quiz
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
aardappel
B
het
C
geweldige
D
gescoord
Slide 12 - Quiz
Wat is GEEN bijvoeglijk naamwoord?
A
grote
B
dikke
C
fietste
D
gekke
Slide 13 - Quiz
Wat is GEEN bijvoeglijk naamwoord.
A
kleine
B
brede
C
fietsten
D
gekke
Slide 14 - Quiz
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
snelle
B
tante
C
onvergetelijke
D
logeerpartij
Slide 15 - Quiz
Wat is GEEN bijvoeglijk naamwoord?
A
hoge
B
dikke
C
nieste
D
gekke
Slide 16 - Quiz
Wat is een
bijvoeglijk naamwoord?
A
Dat zijn namen van mensen, dieren of dingen.
B
Dat zegt iets over zelfstandige naamwoorden.
C
Dat is een werkwoord.
Slide 17 - Quiz
afkortingen woordsoorten
Even nog de afkortingen van de woordensoorten op een rijtje (die je al kent):
LW = lidwoord ZN = zelfstandig naamwoord
BN = bijvoeglijk naamwoord WW = werkwoord
Slide 18 - Slide
Maken
DIGITAAL LESBOEK Cursus 5 par 5
Maak opdracht 1-2-3-5-6.
Snel klaar? Maak dan ook de extra opdrachten.
Slide 19 - Slide
Leren voor de toets
- Je weet (alle) bijvoeglijk naamwoorden in een zin te herkennen.
- Je weet ook stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden in een zin te herkennen.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
More lessons like this
H5 NN 1-KGT Taalverzorging 1 Grammatica bijv.nw.
August 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordsoorten in de mix - 6 april - 1 M
April 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten tweede les
April 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woordsoorten - les 2
February 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woordsoorten: zinnen bouwen - M1
April 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
T2 - L2: ZN en BN
November 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2bkt1, c5 grammatica, WS persoonlijk en bezittelijk vnw.
November 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
1kgt - les 3 Bijvoeglijk naamwoord & woordenschat H5
March 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1