Ontwikkeling en Levensloop bijeenkomst 3

Ontwikkeling en Levensloop bijeenkomst 3
Van zygote naar de babyfase
1 / 34
next
Slide 1: Slide
MentorlesHBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Ontwikkeling en Levensloop bijeenkomst 3
Van zygote naar de babyfase

Slide 1 - Slide

Eerste fase van de cognitieve ontwikkeling volgens piaget
Fase waarin ontdekken met zintuigen centraal staat volgens Freud
Conflict dat volgens Erikson centraal staat tijdens de babyfase
Orale fase
Sensomotorische fase
Vertrouwen vs wantrouwen

Slide 2 - Drag question

Vorige bijeenkomst

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Het evolutionair perspectief kunnen we zien als een nurture benadering van de ontwikkeling
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welk inzicht heeft de reflectie-wandeling opgeleverd over jouw socialisatie?

Slide 14 - Open question

De vroege ontwikkeling

Slide 15 - Slide

Upload hier jouw babyfoto, we raden en wisselen uit :)

Slide 16 - Open question

Wat is NIET waar over ons genenpakket
A
We krijgen 46 chromosomen in 23 paar
B
Iedere celkern bevat ons DNA
C
Ons genotype is wat we aan de buitenkant terugzien van genen
D
Mannen lopen meer kans om X-gebonden ziekten te krijgen

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Persoonlijkheidseigenschappen zoals extraversie worden bepaalt door de genen (nature)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Genen en Omgeving
Actieve genotype-omgevingseffecten

Passieve genotype-omgevingseffecten

evocatieve omgevingseffecten

Slide 20 - Slide

In welke fase van de prenatale ontwikkeling spreken we van 3 aparte lagen (ectoderm, endoderm, mesoderm)
A
Germinale stadium
B
embryonale stadium
C
foetale stadium

Slide 21 - Quiz

Teratogene effecten

Slide 22 - Slide

Teratogene effecten

Slide 23 - Mind map

Wat meet de Apgar-score?
A
De gezondheid van de pasgebore baby
B
Het risico op geboorte-afwijkingen
C
Het geboortegewicht
D
De werking van zintuigen vlak na de geboorte

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Wat is waar over de pasgeboren baby?
A
Hij maakt gebruik van aangeboren reflexen
B
Het reukvermogen is nog onvoldoende ontwikkeld
C
Ze zien vooral zwart/wit
D
hecht vooral met de moeder via gehoor

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Wat is waar over de fysieke ontwikkeling van de baby?
A
De ledematen groeien vaak eerder dan de rest van het lichaam
B
Er komen oneindig veel nieuwe neuronen bij
C
In een gevoelige periode zijn risico's voor ontwikkeling grootst
D
Naarmate we ouder worden neemt de REM-slaap toe

Slide 29 - Quiz

Wat is waar over de motorische ontwikkeling?
A
De grove motoriek ontwikkelt zich na de fijne motoriek
B
Een baby van ca. 6 maanden kan zitten zonder ondersteuning
C
Een baby loopt met ongeveer 8 maanden
D
Een baby kan rond 1 jaar grijpen met duim en wijsvinger

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Zintuigen: Baby's hebben een voorkeur voor zoete producten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Video

Welke vragen kun je stellen om jouw levensverhaal te beschrijven aan de hand van de theorie?

Slide 34 - Open question